• Welkom op ons forum. Gasten hebben beperkt toegang tot ons forum. Meld je daarom aan voor een account. Registreren kost slechts een minuutje van je tijd.

Het leven op het platteland vroeger nu en in de toekomst.

Flos

SHTF Expert
Laatst bewerkt:
Om het fantastische topic van @RockyFlats over leven op jou vierkante meter in de stad minder te vervuilen open ik dit topic waar alles veel opener is maar het leven daarom niet minder zwaar moeilijker en of lastiger is.
Ik ben er opgegroeid en groot geworden.
Een leven dat van kinds af zwaar is. Omdat er altijd werk is en veel werk en omdat vele handen licht werk maken hoe klein de handjes ook zijn.
Zo weet ik dat er na schooltijd eerst voor de dieren gezorgd moeten worden en op het land moet worden gewerkt. Want van zodra het donker werd het werk verzwaarde.
Vroeger had men geen stallen met led verlichting waar het 's nachts helderder was dan overdag.
Wat ik mij het meest herinner uit mijn boere jeugd leven. Is stront scheppen. Want dat word door gelijk welk dier die je houd gratis geproduceerd. En vooral in de winter als de meeste dieren op stal staan heb je veel van die soms niet fris ruikende troep.
En al deed je het niet graag en zweerde bij alles wat jou heilig was als je eenmaal groot bent dat nooit meer zal doen. En later veel later besef je maar al tegoed dat het een mooie tijd was.
Dit was de inleiding.
Kom je ook van het platteland of wil je er wonen.
Schrijf hier jou ervaring neer of jou dromen.
 
Ik pas wel eens op een woonboerderij met een klein aantal dieren. Paar schapen, paar ezels, 2 handen vol kippen, ganzen, paar varkens een koe wat katten en een moestuin.
Geen bedrijf dus ook geen vergelijk met werken om te (over)leven.
Wat me altijd wel goed bevalt is het ritme dat gedicteerd wordt door de klusjes die moeten gebeuren op zo'n plezierboerderij.
 
Laatst bewerkt:
Op het platteland wonen wil ik wel, keutelboer zijn niet.

Ik heb jaren op boerderij gewerkt, waar nog met een paard werd gewerkt.
De Belg en ik respecteerden elkaar.

En er is niets meditatiever dan een ochtend achter een een paard en een rinkelende eg aan te lopen.
Varkens, koeien, kippen en de nodige gewassen op het veld. Gemengd bedrijf dus. Plus onkruid bestrijding middels een loonwerker met trekker en spuit.

Veel geleerd en dankbare tijd geweest :)
Maar vergeet die zelfvoorzienigheid roze droom, het is werken werken en werken. 7 dagen per week.
Hooguit op zondag wat minder maar gemolken moet er worden en gevoerd ook.
 
Mijn vader was gewoon fabrieksarbeider, maar ik ben opgegroeid met een grote moestuin, kippen, konijnen en het altijd en eeuwige houtzagen en kloven voor de kachel.

Eerst in een normaal rijtjeshuis, later in een zelfgebouwde vrijstaande woning met een stukje grond. Zowel het varkens-, als rundvlees kwam van boeren kennissen en zo kwam ik bij de boer als ook jaarlijks wel een of twee keer in het kleine lokale slachthuis, waar je dan het hele proces als klein kind vlak voor je ogen ziet gebeuren. Van het meeste op mijn bord kende ik de oorsprong of soms het levende beest persoonlijk.

Met het konijnen slachten aan huis was het wel gebeurt toen ik een jaar of tien was en m'n zus een paar jaartjes ouder. De knuffel/huisdier konijnen maakten hun kameraadjes in het hok ernaast, niet meer zo smakelijk voor ons kinderen. :lol: Dat mijn opa dol was op de kop van het konijn en de hersenen, maakten de zondagen ook niet smakelijker. Met de kippen hadden we dat toch een stuk minder en zo heb ik zelf geleerd een kipje te slachten voordat ik zestien werd.

Het hout kwam altijd goedkoop of gratis en dat betekent drie keer zoveel werk. Eerst de knoestige kromme stukken die je echt moest 'lezen' om ze goed (met de hand) te verzagen en te kloven, later hele pallets (zware jongens met hardhouten blokken) en zware, met metalen banden verstevigde, kisten, die je ook het best tactisch aanpakt om ze klein genoeg te krijgen voor de kachel met zo min mogelijk ijzer erin.

Kasten, bedden, werkbanken, schuurtjes bouwen, m'n pa was eerder bouwtimmerman, dus daar ook het e.e.a. van opgepikt.

Zowel mijn moeder en vader waren van het zelf doen, ik heb heel wat avonden zitten meewerken met het verwerken van moestuin oogsten of de soms geruilde oogsten van anderen. Later ging de man nog bierbrouwen, wijn maken en sterke drank stoken, toen de honingbijen de deur uit waren. Een aanhangwagen vol appels verwerken voor pa's hobby ging af en toe best vervelen.

Volgens mij heeft mijn pa het motto: "Als 't goedkoop is, is het goed, als het veel is, nog beter" want bijna niets ging met normale hoeveelheden. Thuiskomen met 100 kilo gedopte tuinbonen, vers van 't land of gratis een hele vrachtwagen vol afval hout laten storten in de straat waarna we 10 uur non stop bezig zijn geweest om de inritten van de buren weer vrij te maken. :lol:

Het mooiste was toch wel die drankkelder. Als ik al tiener vriendjes op bezoek had, keken ze hun ogen uit. Dertig enorme glazen flessen met watersloten, plastic vaten van 160 liter aan het fermenteren, naast de pak en beet 2000 liter bier die er nog stond, deels in drukvaten, deels in Grolsch beugel flessen getapt. Voor die lege kratten Grolsch beugel heb ik als kind nog hele middagen voor de supermarkt doorgebracht, iedereen aansprekend met die kratjes. Ik betaalde het statiegeld en tegen etenstijd haalde mijn pa mij en meestal 10+ kratjes weer op.

Als wat mislukte, werd gedestilleerd en toen ik een paar jaar terug op zoek was naar alcohol, kwam hij opeens met nog 20 liter 85% alcohol uit die tijd aan. Had hij toch meegesleept naar z'n levensbestendige volgende woning. Daar vorige week een extra internetkabel getrokken door z'n kruipruimte, blijken er nog 15 stuks oid van die glazen 20 liter wijnflessen te staan. M'n zaklamp vond ook een grote legerkist uit zijn marine tijd, wie weet wat voor prepwaardige verrassingen daar nog in blijken te zitten. :)
 
Laatst bewerkt:
Ik ben een geboren stadsjongetje en mijn vroege poging om lampionbloemetjes (crysalis?) te kweken werd door mijn moeder met lede ogen aangezien, omdat zij meende dat die giftig waren. Waaruit blijkt, dat haar opvoeding op een nonnenkostschool niet bepaald bevordelijk was voor agrarische skills.
Ze heeft er overigens wel prachtig leren pianospelen, maar daar kan je doorgaans niet van eten.
Ik had eigenlijk niets met het boerenbedrijf, behalve enige herinneringen aan mijn grootvader, die in een eigen tuintje aardappelen en groente verbouwde, wat mij met verbazing vervulde. Dat die dingen zomaar uit zichzelf groeiden. Dat het dagelijks zoveel werk behoefde, had ik toen geen notie van.
Mijn interesse in zelfvoorzienendheid is veel later pas gewekt, toen ik in een langdurige vlaag van verstandsverbijstering besloot iets aan mijn reisangst te doen. Ik was tot dan nog nooit in mijn eentje op reis geweest. Als eerste stap besloot ik mijn angstige leven te wagen door een kennis op te zoeken die in Tsjechie woonde, een heel eind buiten mijn comfort-zone, die ophield bij de Nederlandse grens.
Na die ervaring ging de Pbear los. Een andere kennis vertrok naar Sri Lanka om goede werken te verrichten, daartoe genoopt door een stevige godsdienstige inslag. Ik beloofde hem aldaar op te zoeken, zodra hij enigszins aldaar gesetteld was. Dat bezoek pakte geheel anders uit dan voorzien. De brief waarin ik mijn bezoek aankondigde had hij nooit ontvangen, daar de postman zijn adres niet had kunnen vinden. Toen ik in Sri Lanka aankwam op het aangegeven adres, met een rugzak waar ik voor mijn zekerheid o.a. een mini-tentje gepropt/geprept had - ik had immers geen flauw idee in wat voor jungle ik terecht zou kunnen komen - bleek dat hij "ergens" in Sri Lanka op rondreis was. De taxichauffeur dropte mij op het veronderstelde verblijfsadres, na wat in het Singalees gesmoesd te hebben met de hoofdbewoner. Die was voor Nederlandse begrippen zo onvoorstelbaar gastvrij om de wildvreemde buitenlander die ik was, voor een nachtje onder te brengen in zijn huis. Ik werd tot mijn stomme verbazing onthaald alsof ik de koning van Nederland was. Die hoofdbewoner bleek bezig aan de ontwikkeling van een ecologische boerderij, daarbij geleid door een andere Nederlander, die er zijn geiten voor had geimporteerd, zowel voor de opbrengst aan gezonde melk als voor mestproductie. De man zag er uit als een bijbelse aartsvader en had al decennia ervaring met ecologische landbouw, o.a. in Ghana. Met hem ben ik uitvoerig aan de praat geraakt. Hij was bezig een boek over ecologische landbouw te schrijven in een taal en met illustraties, die ook weinig doorgeleerde boeren zouden kunnen begrijpen... en vooral ook motiveren om te schakelen de chemicalien bij Monsanto c.s. te laten om landbouw op duurzamer wijze te gaan bedrijven.
Daarbij had hij echter het probleem, dat hij in het Nederlands schreef en onvoldoende Singalees, Ghanees of Engels machtig was om het te kunnen vertalen.
Na diepgaande en vooral verhelderende gesprekken met hem bood ik aan zijn nogal po-etische Nederlandse tekst in het Engels te vertalen, zodat het eenvoudiger zou zijn iemand te vinden die het vervolgens in Singalees en Ghanees kon vertalen.
Onze gastheer was daar ook mee in zijn nopjes. Zodoende rekte mijn overnachting zich tot een periode van enkele maanden...
De kennis die de aanleiding was voor mijn reis naar Sri Lanka, keerde in die periode op honk terug, maar bleek vooral gepreoccupeerd met zijn eigen projecten, die hij nogal solistisch uitvoerde, wat in Sri-Lankaanse cultuur ongebruikelijk is.
De gesprekken met mijn Nederlandse "aartsvader", die door de familie van mijn gastheer en omwonenden daadwerkelijk met de term "Father" werd aangeduid, hebben ook mij gemotiveerd voor ecologische landbouw. Al had ik voordien - ongehinderd door kennis van zaken - al twijfels over hoe de toekomst er uit zou zien als de economische groei en aardse grondstoffen toch wat eindiger zouden blijken dan de huidige productiemethoden doen geloven. Gewoon als gevolg van logisch denken. Of zou het toch al gezond boerenverstand zijn geweest?

Tegenwoordig poog ik samen met mijn Tropische Verrassing in de Filipijnen een ecologisch tuintje te ontwikkelen, die enige mate van zelfvoorziening kan bewerkstelligen. Ook het aangekochte rijstveld, bewerkt door een pachter, helpt daarbij. Mijn ontstellende gebrek aan kennis van planten en dieren, wordt deels gecompenseerd doordat in de tropen het hele jaar door geplant en geoogst kan worden. Er is geen winterseizoen met groeistilstand. En ook de vruchtbare vulkanische grond geeft een flinke steun in de rug van de onbeholpen boer. Steek een stok in de grond en geheid dat er bladeren aan gaan groeien. Wel zorgen dat de kippen niet je pas geplante zaadjes opscharrelen en je de geiten van de buurman niet alles bij je wegvreten wat er groen uit ziet.
Of ik er een serieuze SHTF mee kan overleven, weet ik niet. Maar de kans lijkt me heel wat groter in de Filipijnen, dan in het Nederlandse verstedelijkte klimaat.
 
@petroman dat is toeval. Jij werkte als kind met een belg ik vermoedt dat het een Brabander was.
En ons laatste trekpaard was een Fries. Mirza was haar naam en zo koppig als een ezel.
@Ray jou verhaal klinkt heel bekend in de oren. Bij mijn ouders werd ook alles in het groot aangesleept.
En na de dood van mijn vader heeft mijn moeder nog 18 jaar haar kachel zomer en winter kunnen doen branden met het hout ( meestel ook sloop hout) dat mijn vader gezaagd had. Kan je dit voorstellen welke hoop brandhout daar in voorraad lag.
 
Wij woonde tussen de boeren, op een landbouwbedrijf.
'S avonds mee gaan melken, kippen slachten zag ik op 6 jarige leeftijd.
Varkens werden ter plaatse met schietmasker gedood, en op de ladder getrokken.
Met 10 ving ik een karper, en ma zei; "je maakt hem zelf maar schoon en klaar".
Ratten vangen was een sport, en konijnen slachte ik zelf vanaf 12,
net als duiven, en kippen.
Zaterdagochtend moest er eerst zand van de kuil geschept worden,
dan één kar vullen , met de mais die niet met het machien gepakt kon worden.
Schapen verplaatsen (aan ketting), koeien binnenhalen, potstallen van schapen, en paardestallen uitmesten.
En via een plank de mesthoop oprijden.
Het hoorde erbij, we wisten niet beter.
Moest het hooi of stro naar binnen, met 8 ging je op de tractor over het veld rijden,
met 10 zat je op de kar, om te stapelen, tot 4 meter hoog.
En de hele buurt ging samen hooi binnen halen.
soms tot 1 uur 's nachts.
En dan was er de verloren hoek, 150m² moestuin, waar onkruid een bezigheid was.
En dan was er het groente en fruit verwerken.
 
Laatst bewerkt:
Of ik er een serieuze SHTF mee kan overleven, weet ik niet. Maar de kans lijkt me heel wat groter in de Filipijnen, dan in het Nederlandse verstedelijkte klimaat.

@PBear

Vandaar o.a. mijn plan ook om naar indonesie te vertrekken samen met "mijn Tropische Verrassing". :)

Gtz.

Will
 
Stadsmeisje en nu hobbyboer (die nog heel blij is met de supermarkt).
Als je Nederland uit wil ivm overleven/beter leven en ruimte zou ik wel kritisch kijken naar hoe hoog boven/onder de zeespiegel je droomplekje ligt.
 
Stadsmeisje en nu hobbyboer (die nog heel blij is met de supermarkt).
Als je Nederland uit wil ivm overleven/beter leven en ruimte zou ik wel kritisch kijken naar hoe hoog boven/onder de zeespiegel je droomplekje ligt.
Ik lees het graag wat je op jou hobby boerderij verbouwd
En hoe.
 
Als stadsjochie uit een doorzonrijtjes woning, later mijneigen appartementje (twee hoog achter) en nu nog samen een klein vrijstaand huisje in een stadje. Dan over een paar maanden een woonboerderij in het buitengebied aan doodlopende weg. Met de bedoeling daar onze paarden te gaan stallen.
Veel luxe en comfort inleveren voor het leven buiten. Het lijstje met werkjes zal nooit meer af komen is me al verteld.
Waar anderen hun leven op een rustiger pitje zetten, gaat er voor ons straks een heel nieuw en ander leven beginnen.
Spannend maar kijk er naar uit. En mss worden we ook steeds meer zelfvoorzienend?
 
Even een verhaal van waar ik eigenlijk afkomstig ben.
Aan mijn moeders kant.
Mijn groot ouders leerden elkaar kennen in Amerika het moet rond 1896 zijn geweest.
Ze waren bijden Vlamingen maar waren geëmigreerd samen met hun ouders.
Grootvader kwam van de Belgische kust. Grootmoeder uit een dorp dat in de hoek lag van Oost West en Zeeuws Vlaanderen. Ze zijn getrouwd in 1897 en in 1898 kwam hun eerst kind een jongen. En er volgende er nog.
Door het overlijden van een oom in België kwam er een boerderij vrij. En zij zijn op hun beurt omgekeerd geëmigreerd dus terug naar Vlaanderen in 1908. Een boerderij van 11ha. grond. Een gebruikelijke oppervlakte in Vlaanderen. En er volgden nog kinderen. Mijn moeder is uiteindelijk geboren in 1931 als laatste. Ze was de jongste van 8 met 7 oudere broers ( in leven ) met een leeftijd verschil van 33 jaar.
De boerderij goed gerund. En grootvader had er een job bij genomen. Een koeriersbedrijf vermoedelijk het eerste in Vlaanderen met paard en kar pendelen tussen Gent en Brugge. Met een 2 of een 4 span. De paardenstal is nog steeds aanwezig bij het ouderlijk huis. En is met de jaren wel veel gebouwd en verbouwd.
Uit eindelijk zijn mijn moeders broers allemaal het huis uitgegaan en mijn moeder woont nog steeds op het erf waar ze geboren is. Als enige in leven zijnde.
Aan mij vaders kant.
Mijn vaders ouder waren stukken jonger. Getrouwd net na WW1 . En het rare is dat het neef en nicht was met de zelfde familie naam. Mijn vader had 3 oudere broers en 2 oudere zussen deze woonden op een boerderij van om en bij de 35 ha. En daar is de oudste op het ouderlijk erf gebleven.
De bijde boerderij zijn nu verdwenen achter mijn moeders huis ligt een splinternieuw sport complex met alles er op en er aan en een van de modernste sporthal van België.
De boerderij van mijn vader is een woonwijk geworden. Ik woon er niet maar mijn broer en zus wel.
 
Laatst bewerkt:
Ook al groeide ik op in een doorzon-rijtjeshuis toch veel tijd op “het platteland” doorgebracht. Mijn vader kwam van een boerderij, en een heel aantal ooms&tantes waren boer(in). Ook veel vrienden van mijn vader, die voor zijn werk “de boer op” ging, waren boer. Hierdoor dus van jongs af aan al tussen de koeien gezeten, melk haalde we altijd rechtstreeks van de boer: met een mooie laag room er nog op. Als een koe had gekalfd er snel heen om een emmer biest te halen. Elke zomervakantie een week of 2 logeren bij mijn neef, zijn vader (mijn oom) had een varkensfokkerij. Elke ochtend om 05:00 uit bed en de varkens voeren, helpen de varkens die naar de mesterij gingen de vrachtwagen in te krijgen en dan de lege hokken schoonmaken met de hoge drukspuit… dikke pret! Een andere oom maakte kaas, dus ook dat van dicht bij kunnen zien (en later zelf op kleine schaal ook zelf gedaan met geitenmelk).


Een van mijn broers werkte op zaterdag en in de vakanties bij een boer bij ons in de buurt. Deze man deed, heel koppig tot hij begin 1990 stopte met boeren, alles nog met paarden en met de hand. Daar elk jaar helpen met aardappels oogsten, en daarna de aardappelvelden “lezen” voor de achtergebleven aardappels (wat dan weer genoeg aardappels opleverde voor de rest van het jaar). Die specifieke boerderij was sowieso een enorme leerschool: zijn ouders woonde er ook nog en eigenlijk was de tijd daar sinds 1920 gewoon stil blijven staan: o.a. koken en verwarmen op peteroleum. De enige moderne concessie was elektriciteit voor verlichting en radio en TV, zelfs de WC was nog een plank met een gat boven een beerput. Wat ik daar vooral heb gezien is hoe enorm veel werk er in gaat zitten: (bruine) bonen dorsen op de dorsvloer. Leuk om een minuut of 10 te doen, maar om de hele oogst te verwerken was het een hele week. Voerbieten snijden voor de koeien met een bietenmolen, de bieten werden met de hand gedund en gewied enz enz enz. Het was een kleine, gemengde boerderij, dus een aantal koeien (met de hand gemolken) wat akkerbouw (aardappels, bieten, bonen). Wat ik daar vooral heb gezien is hoe idioot veel werk het is, en dan nog was het eigenlijk meer een soort hobby dan dat het echt rendabel was. Een romantisch beeld van een autarkisch leven heb ik nooit gehad.


En ondanks dat we in een rijtjeshuis woonde altijd beesten gehad: kippen, duiven, konijnen. Door alles heel vroeg geleerd waar je eten vandaan kwam: melk kwam van koeien, aardappels uit de grond etc. Ook het proces van kip naar kippenpoot en van koe naar gehaktbal zo heel vroeg geleerd.. Toen een van mijn broers een woonboerderij kocht werd dat ook een mooi vakantieverblijf tijdens mijn studie en als mijn broer op vakantie ging zorgde ik voor de beesten (kippen, eenden, kalkoenen, schapen, geiten) de moestuin en de fruitbomen. Daar o.a. in de praktijk geleerd dat het gezegde “wie vloeken wil leren moet geiten houden” zonder meer waar is.

Nu woon ik zelf op het platteland met een flink stuk grond en heb zelf kippen, kwartels en konijnen (en zeker GEEN geiten). Uiteraard ook een moestuin, fruitbomen, bessenstruiken en notenbomen. Hier probeer ik zoveel mogelijk mijn eigen groente te kweken, mijn steven is om zo’n beetje 50% van de groentes zelf te kweken. Als ik meer tijd zou hebben/erin zou steken zou het wel lukken om hier qua groentes wel zelfvoorzienend te zijn. Met sommige groentes (sperziebonen) lukt dat ook zonder meer, gemiddeld zo’n 30 kilo per jaar en dan gaat er ook bijna elk jaar een grote vracht naar de buren. Ook met noten en appelmoes lukt dat prima.

Ik kweek eigenlijk vooral groentes die je in de winkel (bijna) niet ziet: palmkool, witte bieten, koolrabi, “bijzondere” pompoenen, rabarber enz. Bepaalde zaken vind ik ook niet de moeite om zelf te gaan kweken, bij een boer hier in de buurt haal ik b.v. voor 25 cent de kilo uien, die kweek ik dus niet zelf. Voor de gein wel een keer uien gekweekt, gewoon om eens te proberen, maar zakken van 10 kilo halen is toch makkelijker. Als het echt zou moeten (SHTF) maak ik mijn moestuin veel groter, maar dan houdt het wel op met een hobby zijn en wordt het een (halve) dagtaak. Maar tot die tijd vind ik het op deze manier een prima balans, lekker bezig in mijn tuin, bijzonder ontspannend, en als de oogst mislukt dan gaan we naar de winkel.

Het mooiste aan mijn moestuin en beesten enzo vind ik dat op deze manier mijn kinderen ook goed zien waar hun eten vandaan komt en wat er voor nodig is.


Helaas nu geen boeren meer in de familie, allemaal zijn die inmiddels gepensioneerd en de kinderen hebben de toch vrij kleine bedrijven niet overgenomen. Want wat ik zie, voor zover ik nog bij de boer kom, is dat het allemaal enorm is gegroeid qua schaal en is gespecialiseerd: melkveehouder, aardappelboer, uienboer etc. Het is allemaal enorm kapitaal en techniek intensief geworden. Met drones en GPS wordt precies bepaald hoeveel kunstmest waar nodig is (zo’n beetje per vierkante meter een dosering op maat). Koeien worden door de melkrobot gemolken, per koe wordt de hoeveelheid voedsel berekend en is de melkgift geregistreerd. Qua techniek heel mooi, maar de charme is er wel af. Op een enkeling na is het leuke, gemengde kleine bedrijf er gewoon niet meer. De leuke scharrelaars zijn zo goed als verdwenen. Je ziet (gelukkig) wel steeds meer ‘niche’ bedrijfjes opkomen die op een wat vriendelijkere manier boeren, zo zit er bij mij in de buurt een veehouder die, in samenwerking met Staatsbosbeheer, in een weidevogelgebied een speciaal vleesras koeien houdt. Ook is er een boerderijtje in de buurt waar je verse melk (en af en toe biest) kunt halen, net als zelf gemaakte kaasjes enzo. Maar dat zijn de uitzonderingen, in elk geval in mijn buurt.
 
Laatst bewerkt:
Even voor de duidelijkheid ,, BIEST ,, is de eerste melk dat een koe geeft na het kalveren.
Zonder kalveren geen melk.
 
Ik lees het graag wat je op jou hobby boerderij verbouwd
En hoe.
Deels oplossing probleem wat doe je met de paardenmest? Want vanwege de grootte (verstikking gras en dus onkruid groei) en de inwendige parasieten verspreiding wil je die van het gras af. Composteren dus en dan is het ook handig om er wat op te laten groeien (zeurt er ook geen gemeente meer bv). Komen inmiddels aardig wat pompoenen van (3 of 4 planten en iets van 17 pompoenen naast vele meters plant afgelopen jaar). Verder courgette lukt ook erg goed, rabarber, aalbessen, oerprei, sjalotten, dropplant (zaait zichzelf uit), wat aardbeien (te weinig, want te lekker), kleine pimpernel, bieslook (knoflook en gewone), smeerwortel cultivar (zaait zich niet uit, wel te vermeerderen via wortelstek) en nog wat variabel afhankelijk van wat wil opkomen zonder veel water geven (afhankelijk van andere waterbronnen nl). Qua dieren : pony's (hobby/huisdier), schapen (weidebeheer, wormenbestrijding door wisselbegrazing, want nieuwe middelen zitten niet in de pijplijn, wol, vlees en mogelijk melk dit jaar), kipjes voor eieren en wat vlees (hanen en oude legkippen), konijnen (mest, vlees en vachtjes wil niet zo door geen jonkies nog). Moestuin komt waarschijnlijk deels naar huis (tussen verhuizen dieren en ook thuis moet tuin soort van onderhouden), rest is even aankijken, grotere planten als courgette en pompoen passen niet in thuis postzegelstukje.
 
Paardemest is goed voor de rozen. Wel minstens één jaar composteren.
Heb je een koude kas , de mest in het najaar ingraven,
door compostering ontstaat warmte ,en zo kan je zelfs meloenen kweken.
Door warmte kan je vroeger zaaien, en langere periode tuinieren.
 
Aaah het platteland.... Het kleine dorpje waar ik opgroeide en waar ik met weemoed wel eens aan terug denk en dan met name de lange en grote maïsvelden rondom het dorp, waar wij dorps kinderen van plukten en aten alsof het de hemel zelf ware.
Sowiezo wisten wij door het hele dorp heen wel onze waren te vinden. Bij de dokter in de tuin groeide wortels, waardoor wij in tijgersluipgang door de tuin ploeterde om dit kostbare genot eigen te maken. Hierbij werden wij zichtbaar in het oog gehouden door de dokter en zijn vrouw die dit lachend vanachter hun raam gadesloegen (wisten wij veel, wij dachten dit volledig geheim te doen). De bramenstruik een paar huizen verderop, de rozenbottels, de hazelnoten en in het bos de kersenbomen waar het hele dorp altijd naar toe ging om op grote ladders tassen vol te laden.
Mooie herinneringen....
Mijn vader de Boswachter die in het dorp was komen wonen toen het dorp nog in aanbouw was en gestationeerd werd in een arbeiderskamp, welke later een vluchtelingenkamp werd voor Vietnamese asielzoekers. Nog later speelde wij er als kinderen toen het kamp reeds verlaten was.
Hutten maken in het bos. Onder de grond, boven de grond en in bomen. Altijd waren wij daar en uren hebben wij ons daar vermaakt. Ook speelden wij er 'Tour of duty' na, waarbij ik standaard Sarge Zeke Andersson was en ik mijn peloton begeleide door de gevaren van de 'jungle' heen.
De jachtopzieners die ons wild vlees kwamen brengen zoals Zwijn, Ree, Haas en die ik samen met mijn vader vilde en klaarmaakte in vriezer zakken.
Onze herdershond Wolf, de kippenren, de eend die naar mijn vader gebracht werd en een fazant bleek te zijn. Deze fazant werd hierop Kip genoemd en bleek een ware haan in de kippenren.
Kanoën in het meer en de kanalen. Mosselen vangen onder de brug.
Kamperen op het terrein die onder mijn vaders hoede lag, hierbij gadegeslagen en beschermd door de reizigers waar mijn vader op goede voet mee stond.
Dorpsgenoten werden tijdens het passeren standaard gegroet en vanaf een fiets of vanuit de auto, de algemeen bekende twee vingers omhoog.
Mooie tijden en mooie herinneringen. Het leven was simpel, eenvoudig en niet gehaast. Je kon de bank binnenlopen zonder ID en alsnog geholpen worden, want iedereen kon elkaar bij naam. Geboren 1980, maar het liedje 'Het dorp' van Wim Sonneveld geeft voor mij in een melancholieke bui, precies weer over hoe ik er aan terug denk....
 
Ik wil er wonen en overleven.
Overleven en je eigen voedsel dat zie ik wel zitten, maar overleven om de belastingen te betalen dat is mi een groter probleem.
Misschien zie ik het verkeerd, maar als je geen verplichting meer hebt om de bodemloze put te helpen dempen dan heb je automatisch veel meer tijd om je eigen voedsel te verbouwen.
Met wecken de winter door etc etc
Idealistisch, dat zou goed kunnen, maar belastingen zijn mi meer killing dan de het niet haalbaar zijn van voedselvoorziening.
 
Terug
Bovenaan