• Welkom op ons forum. Gasten hebben beperkt toegang tot ons forum. Meld je daarom aan voor een account. Registreren kost slechts een minuutje van je tijd.

De Bezorgde Burger

Prepper goeroe
Beste preppers,

Zozo, ik ben eindelijk klaar met het schrijven van een stukje over mijn afgelopen Schotland-tripje. Het heeft even geduurd, want ik had in de afgelopen weken niet zoveel gelegenheid om eraan te werken. Bovendien had ik eigenlijk best wel veel te vertellen erover, het waren een vrij intense 4 dagen, en ik wilde wel alle cruciale beslissingen en leermomenten erin hebben. Hopelijk vinden jullie het leuk om zo’n gedetailleerd verslag te lezen, ik vond het in ieder geval leuk om te schrijven, ook vanwege mijn eigen herbeleving. Dus ik zou zeggen, zet even een kopje thee of pak er een biertje bij, want dit wordt een flink verhaal, in meerdere delen. :cool:

VRIJDAG 31 MEI

Het afgelopen half jaar had ik hier behoorlijk naartoe geleefd; met drie vrienden die in het echt geen Jan, Piet en Klaas heten voor een lang weekend naar Glen Affric, een vallei in de Highlands ten zuidwesten van Cannich. Schotland, het land waar je nog echte onbewoonde wildernis kan vinden, en waar je ook nog eens legaal mag wildkamperen en kampvuur stoken! Ruim vantevoren hadden we de vliegtickets en de autohuur geregeld, en in de maanden vooraf waren we ook steeds meer met de benodigde uitrusting en vaardigheden beziggeweest. Hoogtepunt van de voorbereiding was wel ons oefenkampeertripje naar paalcamping Austerlitz op 6-7 april (zie link voor verslag), waarna we bijna allemaal ook nog het een en ander hadden bijgesteld aan de aanpak. En toen nog een paar weekjes trappelen van ongeduld voordat het echt ging gebeuren!

Op vrijdag 31 mei was het dan eindelijk zover: rond tien uur verzamelen op Schiphol om het vliegtuig naar Inverness te pakken! Jan en Piet en ik hadden allemaal een mooie flightbag voor de rugzak, Klaas had gewoon een rol vershoudfolie om zijn rugzak in te wikkelen. Na de redelijk soepele check-in + security, gingen Jan en Piet en ik nog even ergens een kopje koffie doen, terwijl Klaas nog niet ontbeten had en nog snel een burgermenu ging scoren bij een internationaal bekende fastfoodketen. Ongeveer een half uurtje voor vertrek gingen we rustig wandelen naar de gate, waar we precies aankwamen toen het instappen ging beginnen. Het vliegen zelf was verder niet echt noemenswaardig.

20190531_132534.jpg

Na ruim anderhalf uur kwamen we aan op de luchthaven van Inverness. Vanuit de lucht zag Schotland er al zo anders en zo gaaf uit! Bij het wachten op de bagage bleek dat ook de rugtas met vershoudfolie prima was overgekomen, dus dat is een mooie budget tip voor mensen die geen zin hebben om nog eens meerdere tientjes neer te leggen voor zo'n flightbag met of zonder TSA-slotje. Eenmaal in de terminal ging ik proberen om geld op te nemen, maar op een of andere manier bleek mijn pasje niet geautoriseerd om dat te doen. Omdat ik natuurlijk geen ezel ben, ging ik het meteen nog een keer proberen, met hetzelfde resultaat: geen cent kreeg ik eruit. Dus ik terug naar de makkers, om een van hen aan het werk te zetten om geld voor ons allen op te nemen. Dat werkte gelukkig wel, en aansluitend gingen we door naar de autoverhuurbalie.

Maar, de wet van Murphy zou de wet van Murphy niet zijn, als niet precies op het moment dat wij aan die balie kwamen, het computersysteem ermee kapte. Maar niet een beetje. Schermen waren volledig bevroren, de dame moest iemand bellen van de technische dienst die elders vandaan moest komen, servers werden gereset, toestanden :(. Toen na een half uur de computers het nog steeds niet deden, had haar collega eindelijk het lumineuze idee om dan maar op de ouderwetse wijze met pen en papier de klanten in te boeken. Wel god-nonde-sodela-knetter-bultenziekte! Waarom bedenk je dat dan niet meteen als die klotecomputers uitvallen :mad:! Serieus mensen, ik begon mijn geduld met deze dienstverlening al te verliezen voordat ik goed en wel aan de beurt was. En toen wist ik nog niet eens dat het leukste nog moest komen. De medewerker deed er minutenlang over om al mijn gegevens met de hand in te vullen op het formulier, inclusief adres, rijbewijsnummer, creditcardnummer, noem maar op. En toen hoefde ik alleen nog even een transactie te doen met de creditcard om de borg garant te stellen, en dan konden we gaan.

"Okee, meneer, als u nu hier even uw pincode wilt intoetsen?" ...:confused:...Euhhh, pincode? Er zit een pincode op de creditcard? Die ik zou moeten kennen? Goed, inmiddels weet ik hoe het zit, maar op dat moment overviel me dat wel een beetje. Ik gebruik normaliter de creditcard alleen voor online transacties, en dan is het genoeg om die CVC code op de achterkant door te geven als verificatie. Waarom moet ik dan aan een fysieke balie ineens een pincode hebben? Ze zien toch dat dit dezelfde creditcard is als waar de huur ook al mee voldaan is? "Nee, meneer, we moeten echt een pincode hebben". Okee, nou prima, maar die kon ik toch echt niet zomaar ter plaatse verzinnen. Dus ik vroeg aan de beste man of we dan misschien een creditcard konden gebruiken van een van mijn reisgenoten, die allemaal wel vooraf op de hoogte waren van de pincode-verplichting. "Nee, meneer, we moeten echt uw creditcard hebben. Maar misschien kan u even met uw bank bellen of er een tijdelijke ontheffing van de pincode gedaan kan worden". Nou, ik weet dus zodanig weinig af van creditcards, dat ik dacht dat dat dan wel een goed idee zou zijn van de medewerker. Dus ik sta op het vliegveld van Inverness mijn bank in Nederland te bellen om dit verhaal op te hangen. Natuurlijk zegt de beste dame aan de telefoon (terecht) dat dit onmogelijk is, het enige wat ze kan doen is een nieuwe pincode opsturen naar mijn huisadres. Okee. Nou fijn, bedankt voor niks. Daar sta ik dan mooi met de mond vol tanden. Geen autohuur voor mij. :eek:

Na overleg met de reismakkers besluiten we dat 1 van hen toch zeker wel die auto moet kunnen huren die toch al betaald en geserveerd is, en dat we anders wel een manager erbij gaan roepen. Dus ik zeg tegen die zeer kordate en doortastende medewerker: "Ik wil graag de door mij geboekte en betaalde auto volledig en onherroepelijk overdragen aan deze jongeman, die wel een borg kan stellen met zijn creditcard." Enige lange seconden bleef een reactie aan de andere kant van de balie uit, tijdens welke ik in mijn hoofd al de volgende zin aan het formuleren was over dat ik graag iemand zou willen spreken die eindverantwoordelijk was voor deze zaak. Maar uiteindelijk kwam er toch beweging in de enorm hulpvaardige man. Met een diepe zucht en duidelijke tegenzin kraste hij al mijn gegevens door, en ging aan de slag om alles op Klaas z'n naam te zetten, terwijl op de achtergrond de computersystemen langzaam weer tot leven leken te komen.

Ongeveer een uur later dan gepland sprongen we dan eindelijk in onze hagelwitte nep-SUV, drie tassen achterin en eentje tussen de achterbankgangers in. En dan nu eindelijk op weg naar het avontuur! Toen we een paar kilometer later door Inverness zoefden, was mijn stress over de service van de autoverhuur al weer bijna van me af gegleden. Klaas was nu dus de bestuurder, en hij had nog nooit eerder links gereden. Ook was deze auto een handgeschakelde (met pookje links!), en hij reed thuis al jarenlang met automaat. Maar afgezien van de plotselinge rukken aan het stuur en het schokkerige remmen en optrekken deed hij het eigenlijk best prima. :fluit:

De juiste weg naar Loch Ness was snel gevonden, en ter hoogte van Drumnadrochit gingen we verder naar het westen richting Cannich. En hoe verder we reden, hoe smaller de wegen, hoe minder auto's en hoe minder bebouwing we tegen kwamen. Je kon gewoon voelen dat we richting het einde van de beschaving gingen. Supermooi. :thumbsup:

62376627_2106652962780334_2249468097415086080_o.jpg

We hadden thuis vooraf bedacht dat het wel leuk zou zijn om de trip te beginnen met een rondje te rijden rond het meer waar we zouden gaan rondtrekken, Loch Beinn a' Mheadhoin. Dus zo gezegd, zo gedaan. Een klein stukje na Cannich veranderde de weg in zo'n enkelspoors met af en toe een passeerpunt, en nog een stukje verder kregen we dan het meer in zicht. We volgden de route noorderlangs het meer. De kuilen en bochten maakten het onmogelijk om harder te gaan dan 30 km/u, maar het uitzicht was werkelijk fenomenaal. We waren serieus allemaal zo onder de indruk van de bossen, de bergen, de waterpartijen, de immensheid en de onherbergzaamheid, dat geen van ons eraan dacht om even ergens stil te staan om fotootjes te maken. De frisse geur van het vochtige bos maakte ons zowat dronken van het vooruitzicht om daar straks 3 dagen middenin te verblijven. :) Toen we aankwamen op het punt waar onze ronde af zou buigen naar het zuiden om via de zuideroever weer terug te rijden richting het dorp, kwamen we erachter dat het helemaal niet mogelijk was om een volle ronde te rijden, aangezien die wegen niet publiekelijk toegankelijk waren. Dit was ook ongeveer het moment waarop we ons realiseerden dat onze mobieltjes totaal geen netwerk meer hadden, en waarschijnlijk voor het hele weekend ook niet zouden hebben. Wat was ik toen blij dat ik als verantwoordelijke organisator vooraf een satellietcommunicatie-apparaat geregeld had, de Garmin inReach Mini. Terwijl we terug reden richting het dorp zette ik de inReach aan, en stuurde een testberichtje naar het thuisfront (vrouwen, kinderen, ouders, etc.). Toen we weer bijna terug bij het dorp waren, hadden we ineens weer bereik op de mobiele, en kon ik zien dat het satelliet-testbericht inderdaad goed aangekomen was. Toch een hele geruststelling. :D

Ook al vooraf gepland was dat we een laatste bevoorradingsstop gingen maken bij de supermarkt van Cannich, en aansluitend nog een maaltijd gingen doen bij het naastgelegen restaurant, Slaters Arms. Ondanks dat dit supermarktje maar heel klein was en een vrij beperkt assortiment had, waren er achter de kassa wel een stuk of 30 soorten whiskey-mini's te krijgen. Aangezien ik een klein beetje een verzamelaar ben van Schotse single malts, kreeg ik daar een behoorlijke kooplust van, maar ik wist me in te houden tot slechts een luttele 10 flesjes. Bovendien namen we nog een paar blikken bier mee voor het eerste kamp vanavond, en Klaas kocht nog een rol vuilniszakken omdat hij geen drybags had om de spullen in zijn rugzak droog te houden. Daarna gingen we bij het restaurant heerlijk rustig aan uitgebreid genieten van ons laatste avondmaal in de beschaafde wereld, terwijl buiten de regen gestaag bleef neerdalen. We kletsten wat met de serveerster, en zo kwam het gesprek erop dat wij vertelden wat we hier eigenlijk gingen doen. Haar gezichtsuitdrukking sprak boekdelen, en ze gaf slechts 1 woord als reactie: "Waarom?!" :lol:

20190606_231002_HDR.jpg

...wordt vervolgd...
 
Na het aangenaam verpozen gingen wij weer de auto in, op weg naar de parkeerplaats waar het avontuur ging beginnen: Plodda Falls, nog weer zo'n 10 kilometer van het dorp vandaan de wildernis in. Rond 19 uur parkeerden we de auto, en zodra we uit waren gestapt waren ze daar: onze beste vrienden, de midges. In groten getale deden ze hun best om ons meteen thuis te laten voelen in Schotland. Gelukkig waren we allemaal uitgerust met een muggennetje om ons hoofd. :thumbsup: Nog even een laatste organisatie van de spullen, regenjas of poncho aan, en toen waren we er echt klaar voor. Aangezien we dicht bij een uitzichtpunt waren volgens het informatiebord, gingen we eerst een klein stukje westwaarts om die vermaarde waterval te zien. Ondertussen gingen we ook direct op zoek naar geschikte berkenbast, want we zagen al aankomen dat het vanavond best lastig zou worden om een kampvuurtje te maken in dit totaal doordrenkte bos. We liepen tot aan de waterval, waren niet bijzonder onder de indruk, en gingen al gauw weer terug naar de parkeerplaats omdat we eigenlijk juist zuidoostwaarts het bos in zouden trekken vanaf daar, om een geschikte wildkampeerplaats te vinden.

20190531_181829_HDR.jpg

Toen bleek dat Piet het niet echt zag zitten om van het pad af te gaan en zomaar door de bossen te gaan banjeren. o_O Als compromis gingen we dan maar eerst een stukje de weg richting het zuidwesten volgen, om dan op zoek te gaan naar een meer begaanbare route het bos in. Na een paar minuten kwamen we langs een wildwissel (werd meteen een "pad" genoemd door sommigen onder ons), en daar wilde hij onze suggestie dan wel volgen. En toen merkten we zeer snel hoe anders het lopen door een bos eigenlijk is. De onderbegroeiing was behoorlijk aanwezig, en ook behoorlijk nat. Binnen geen tijd hadden we kletsnatte broekspijpen, niemand van ons had een waterbestendige broek. Er lagen flink wat gevallen bomen waar overheen geklommen moest worden, en jonge sparrenbosjes waar doorheen geslopen moest worden.

20190531_190118_HDR.jpg

Toen we dat ongeveer een half uurtje hadden volgehouden, kwamen we bij een soort open plek, waar aan de rand een nogal bijzonder gevormde zeer oude boom stond. Bij nadere inspectie bleek deze boom zulke brede takken te hebben, dat er daaronder stukken waren waar de regen niet kon komen: droog hout! :thumbsup: Na nog wat te hebben rondgelopen in de directe omgeving besloten we dat er hier ook wel wat geschikte plekjes waren om een slaapzak neer te kunnen leggen, en zo hadden we onze eerste kamplocatie gevonden. Aangezien ik mijn tarp deelde met Klaas, gingen wij samen dat ding ophangen en onze slaapspullen organiseren. Toen dat klaar was, voegden we ons bij Jan en Piet die inmiddels al bezig waren met de vuurvoorbereidingen.

20190531_205938 (1) - anon.jpg

We trokken ons biertje van de supermarkt open en prezen onszelf gelukkig met de vondst van het droge hout, waarmee het vuur dus makkelijk te starten was. Toen het vuur eenmaal goed aan was, bouwden we rondom alvast een soort stellage van vochtig hout, met het idee dat dat dan ondertussen vast kon voordrogen voor later op de avond, en voor het ontbijtvuurtje. Wel een beetje jammer dat mijn biertje werd omgeschopt tijdens de kampbezigheden terwijl ik er pas een paar slokken uit had genomen o_O, maar dat mocht de pret verder niet drukken. Ik ging dan maar met mijn waterzak op weg richting de nabijgelegen rivier om een lading bluswater te halen, maar terwijl ik die open plek aan het oversteken was hoorde ik onder de begroeiing een bescheiden watertje stromen. Het viel nog niet mee om zo’n grote waterzak te vullen in zo’n mini klein stroompje, en bovendien werden mijn handen zeer koud in dat water. Dus toen ik de zak bijna halfvol had (zo’n 4 liter) vond ik het wel welletjes.

20190531_213910_HDR.jpg

De rest van de avond werd goed benut met het vertellen van sterke verhalen, zoals dat hoort bij een kampvuur :rolleyes:. Rond half elf begon het eindelijk een beetje te schemeren, en toen ik stukje wegwandelde voor een plas, drong het pas goed wat voor geweldige plek dit eigenlijk was: ruig, weelderig, superschone lucht, en behalve onszelf verder geen spoor van menselijk leven. Geen geluid van snelwegen of industrie op de achtergrond, geen zwerfafval in de bosjes. Zonder die kloterige midges zou dit echt heel dicht bij paradijselijk zijn geweest. ;)

Toen we elkaar goedenacht hadden gewenst en onze weg zochten naar onze slaapplek viel me nog iets anders op: het werd hier nooit echt donker. De nachtelijke hemel had een oranje gloed door de zon die maar net krap achter de horizon zat. Dat werd dus geen sterrenkijken.

ZATERDAG 1 JUNI

Alhoewel ik makkelijk in slaap viel werd ik om 4 uur 's nachts alweer wakker door de eerste zonnestralen, en daarna weer meerdere keren tussen 5 en 6 uur vanwege een zeer luidruchtig zoemend insect wat zeer aanhoudend precies rond mijn hoofdnetje bleef rondcirkelen. Gelukkig kon ik even later de slaap wel weer vatten en werd ik pas om 8 uur weer wakker, een goeie tijd om eruit te gaan.

Na snel even opfrissen en aankleden maar meteen de slaapplek opgedoekt en uitgehangen om gebruik te maken van het feit dat het eindelijk gestopt was met regenen. Ik scharrelde mijn ontbijtboeltje bij elkaar en voegde me bij de anderen die al bij de vuurplaats waren. We namen ruim de tijd voor het ontbijt. Jan en Piet hadden allebei niet zo’n geweldige nacht gehad, en waren zo vroeg opgestaan dat ze hun kamp al helemaal hadden ingepakt. Klaas was als enige zo slim geweest om slippers mee te nemen, en die kon dus mooi even zijn schoenen drogen bij het vuurtje. En toen was dan toch de tijd gekomen om ons klaar te maken voor vertrek. Jan en Piet bleven achter om het vuur te beheren om het zoveel mogelijk tot as te reduceren, zodat we deze plek weer mooi onverstoord konden achter laten. Ik ging even een oproep van de natuur beantwoorden, en toen voegde ik me bij Klaas die al begonnen was ons kamp op te breken. Alles weer terug de rugzakken in. Als allerlaatste hing daar nog de tarp, kletsnat van de regen van afgelopen nacht. Wat was ik op dat moment blij met Klaas z’n vuilniszakken, want ik had zelf niet echt een ander handig alternatief om die natte kledder mee te kunnen nemen.

Rond half elf stonden we allemaal weer klaar om verder te gaan. Aangezien we sinds het vliegveld geen water meer hadden aangevuld, en ik persoonlijk al de effecten begon te voelen van te weinig drinken, begonnen we met dat stroompje zoeken waar ik de avond ervoor het bluswater had gehaald. Al snel stonden we allemaal met onze waterfilters te klooien om de voorraden weer aan te vullen. Daarna gingen we even op kaart en GPS kijken om te bepalen wat het plan zou worden voor vandaag. Ik had tijdens de voorbereidende bijeenkomsten al duidelijk gemaakt dat ik heel graag een hoge berg in het zuidwesten zou willen halen, zodat we daarvandaan een fantastisch uitzicht zouden hebben over de hele vallei en het meer. Omdat die bergen zo’n 10 kilometer verderop waren, was het cruciaal dat we zouden beginnen met terugkeren naar de weg, om even flink wat meters te kunnen maken richting de bergen. Maar, om het niet al te saai te maken, en we bovendien totaal niet onder tijdsdruk stonden, liet ik de anderen het navigeren doen. Dus ik stak mijn kaart, mijn GPS en mijn digitale kompas weg, en volgde de voorste die voor ons een pad kerfde door het bos, wat hopelijk enigszins richting west zou leiden (waar we zo’n 400-500 meter verder zouden kunnen aansluiten op de weg).

20190601_104833_HDR.jpg

...wordt vervolgd...
 
Afijn, toen we al ongeveer een half uurtje aan het ploeteren waren en we naar mijn idee allang bij de weg hadden moeten zijn, kwamen we bij een open plek in het bos. Aangezien ik zeker wist dat we niet echt goed gingen, zat ik erover na te denken hoe ik op subtiele wijze de leiding over de navigatie weer kon overnemen, maar juist op dat moment ontdekten de andere jongens een supergaaf pad, wat zeer waarschijnlijk gemaakt was door een of andere brute bosbeheermachine; twee diepe voren liepen daar parallel het bos in. Het zag er inderdaad wel gaaf uit, maar het liep volgens mijn kompas wel toevallig precies de verkeerde richting uit. Ik probeerde een argument op te zetten over tijd, afstand, richting en blablabla, maar de andere drie waren zeer vasthoudend: dit pad moesten we gewoon volgen, vanwege het avonturiersprincipe :rolleyes:. En het zou uiteindelijk toch heus wel ergens heen leiden toch? Die bosbeheermachine kwam toch ook ergens vandaan? Dus, overstemd door de meerderheid ging ik mee dit pad volgen.

Oh, en het was een interessant pad! Niet zo begaanbaar als het vooraf leek; een gedeelte was overwoekerd, een gedeelte was overspoeld door een beek, vele omgevallen bomen, en die bochten gingen alle kanten op. Ik was lichtelijk aan het mopperen, de anderen genoten volop en bleven staan achter hun keuze. Totdat… we terugkwamen bij exact dezelfde open plek waar we begonnen waren dit spoor te volgen. Tenminste, ik beweerde dat dit dezelfde open plek was, en de anderen geloofden dit eigenlijk niet. Aangezien dat bosbeheerpad nu wel opgehouden was, was dit voor mij een nieuwe gelegenheid om de navigatie over te nemen, en ik liet de anderen ditmaal niet zoveel keus. Ik ging voorop, checkte elke 2-3 minuten de koers, en bracht ons binnen een kwartier terug naar de weg. Opmerkelijk detail aan dit verhaal: ongeveer een uur daarvoor waren we op slechts zo’n 200 meter afstand van diezelfde weg af geweest. (Onderstaand kaartje zagen we pas achteraf, toen we al lang en breed weer in het behaaglijke Nederland terug waren :cool:).

Kaartje Glen Affric route zaterdagochtend.png

En toen kwam voor mij de grootste schok van dat weekend (tot dan toe, wacht maar...): eenmaal bij de weg aangekomen wilde ik mijn muggennetje weer goed doen, en toen bleek dat ik die onderweg ergens verloren was :eek:! Wat was dat ook ongelooflijk dom om dat ding bovenop mijn hoed te laten zitten, terwijl we ondertussen ons achterwaarts door zeer dichte sparrenbosjes heen wringden en dergelijke fratsen… dat netje hing nu dus mooi ergens daar achter ons te bungelen aan een boomtak! Terwijl ik juist deze morgen nog zo’n lyrisch verhaal had opgehangen over hoe ik blij ik was met mijn muggennetje, en hoe essentieel dat ding was om enigszins comfortabel te zijn in Schotland-midgesland, en hoe goed het was dat ik alle reisgenoten ook overtuigd had om zoiets dergelijks aan te schaffen… Ik kon mezelf wel voor m’n kop slaan :mad:!! Hoe zou ik nu de komende 48 uur nog moeten doorkomen?!

Terwijl ik in mezelf aan het vloeken was, attendeerde iemand ons erop dat we wel heel dicht bij de auto weer uitgekomen waren, het dak was te zien vanaf waar we nu stonden. Dus misschien was dit nog een mooie gelegenheid om even terug te lopen om het grondzeiltje te pakken wat ik speciaal voor Klaas nog van huis had meegenomen, maar vergeten was te overhandigen. Zo gezegd, zo gedaan. En na deze toch enigszins bewogen ochtend, gingen we nu dan toch eindelijk op weg naar die bergen in het zuidwesten! :thumbsup:

20190601_124851_HDR.jpg

Maar nu waren we zeker wel goed kilometers aan het vreten: terwijl we door het bos misschien 1,5 km/u haalden, zaten we nu op een kruissnelheid van zo’n 4,5 km/u. Bovendien konden we nu veel makkelijker naast elkaar lopen en kletsen, en aangezien het nog steeds droog was en redelijk midge-vrij, was de stemming eigenlijk weer opperbest. Onderweg liet ik de jongens zien op wat voor plekken je kan proberen om fatwood te verzamelen, en hoe je herkent of je het te pakken hebt of niet. Deze oefening eindigde met het scoren van een lekker dik vet stuk, wat we natuurlijk ook meenamen. Rond een uur of kwart voor drie kwamen we aan bij pony-trekking station “Cougie”, waar de wegen splitsten en ik ons verder stuurde richting de bedoelde bergen.

Tenminste, dat dacht ik. Maar hoe verder we deze weg volgden, hoe meer ik het idee had dat we niet onderweg waren naar de juiste bergtop… En toen we ons volgende water/snackmoment hadden, pakte ik de kaart en GPS er nog eens bij en schrok me een hoedje: nu had ik me toch een koei van een navigatiefout gemaakt, we zaten op de weg ten zuiden van de rivier terwijl we hadden moeten zitten op de weg ten noorden van de rivier :eek:! De anderen zagen er gelukkig wel de humor van in dat ik nu juist degene was die deze fout had gemaakt, en waren niet heel boos toen ik voorstelde om rechtsomkeert te maken. Immers, we hoefden nog steeds nergens op een bepaalde tijd te zijn toch? Dus, net toen we de kaart weer hadden weggestoken en aanstalten wilden maken, stapte ik me toch een partij verkeerd op een schuine vochtige mossige steen, en verdween zo m’n been onder me vandaan. Bam! Met volle gewicht keihard op m’n rechterbil en elleboog. Dikke auw! :oops: Na de eerste schrik, vloeken onderdrukken en pijn verbijten toch maar weer opgestaan en even een zelf-check gedaan. Elleboog voelde normaal gelukkig, en ook de heup deed nog gewoon mee. Wel een flinke pijn in de spier daar, dat werd niet geholpen door het feit dat mijn klapzaag daar ook nog in mijn kontzak zat. Eerst enigszins strompelend, maar na een paar minuutjes alweer redelijk normaal, volgden we het pad terug naar de pony-trekking.

Vanaf daar gingen we verder over het juiste pad, en sjokten we weer gestaag verder. Na een kilometertje of 2 begonnen sommigen van ons een beetje flauw te worden van het vele lopen over paden: we hadden het ons iets avontuurlijker voorgesteld. Toen we nog een paar honderd meter verder het pad afgesneden zagen door een spontaan gevormde beek, grepen we die kans dan ook aan om van het pad af te gaan, en schuin de berghelling op te klimmen. En dat was een totaal ander eiereten. Het terrein was bezaaid met grote keien en boomstronken, maar deze waren vervolgens overwoekerd met van die kleine lage bessenstruikjes (nog zonder bessen), waardoor eigenlijk heel slecht zichtbaar was waar die keien en boomstronken precies waren, en ook hoe groot en hoe schuin ze eigenlijk waren. En daar tussenin was het land ook nog eens zo drassig dat je er soms tot aan je enkel in verdween. Nou, we hadden onze uitdaging gevonden hoor! Man, wat was dit zwaar.

20190601_151931_HDR.jpg

De beoogde berg begon weliswaar steeds dichterbij te komen, maar inmiddels was het al 4 uur geweest, en was de top van de berg nog meer dan 3 kilometer van ons verwijderd. En daarna zouden we nog zeker 4 kilometer afdaling te gaan hebben voordat we weer in het bossige gebied terug zouden zijn. Terwijl ik aan het overwegen was dat we het eigenlijk niet meer gingen halen vandaag, zagen we de volgende uitdaging: een langgerekt hek stond tussen ons en het doel in. En zowel naar links als naar rechts niets te zien van een poort of een overklim. De jongens waren inmiddels een flink stuk voor me vanwege een sanitaire onderbreking mijnerzijds, en ze hadden duidelijk besloten dat ze het hek bergopwaarts gingen volgen. Ze gingen alvast onderweg in de veronderstelling dat ik ze wel weer zou bijhalen (denk ik), maar de moeheid van de dag overviel me: het lopen ging steeds zwaarder, ik begon mijn bil weer te voelen waar ik op gevallen was en bovendien deden mijn zwikkende enkels inmiddels ook behoorlijk pijn (door jarenoude slepende blessures :(). Ze liepen steeds verder bij me weg, en ik probeerde de aandacht te vragen door (voluit) te roepen. Na een paar pogingen draaide de achterste zich om, riep iets onverstaanbaars en gebaarde wat, en ik maakte een gebaar terug van “Wat doen jullie nou!”

Nou had ik gedacht dat ze wel even zouden wachten, maar in plaats daarvan keerden ze zich weer om en gingen verder (later vertelden ze dat ze dachten dat ik "Ga maar verder" gebaarde :confused:). Ik kon bijna geen stap meer zetten (steeds vermoeider en pijnlijker, stevig bergop op ontzettend zwaar terrein) dus ik wilde mijn noodfluit pakken om mijn punt duidelijk te maken. Maar, die zat dus in mijn kamptasje, wat ik in een zijvak van de rugtas had. Daar kon ik alleen bij door de rugzak af te doen, en toen ik dat fluitje eenmaal te pakken had, waren de anderen volledig uit het zicht verdwenen. Ondanks mijn zeer duidelijke veiligheidsinstructies vooraf dat niemand alleen mag achterblijven. Dus, ik 3 keer luid op die fluit, het vooraf besproken noodsignaal. Maar, denk je dat ze zich omkeerden om mij te hulp te schieten? Nee hoor, ze gingen doodleuk terugfluiten, en niemand verscheen. :eek:Omdat ik inzag dat dit niet echt het juiste moment was voor een rustpauze, ging ik op zoek naar twee stevige takken die ik als wandelstok kon gebruiken (had ik veel eerder moeten doen, wat een verschil was dat) en ging ik langzaam maar gestaag verder omhoog. Na enkele lange minuten kreeg ik ze weer in het vizier, ze waren zowaar gestopt. Nog een paar minuten later was ik bij en kon ik ze even goed de waarheid vertellen over wat ik ervan vond dat ze mij achterlieten, en meteen dan ook maar even over hoe moe ik was en dat ik dacht dat we in verband met de tijd (bijna 5 uur) de missie af moesten breken en langzaam aan terugkeren naar het beboste gebied wat achter ons lag. Maar, inmiddels waren we bijna bij de lokale top van dit bergje, en in gindse verte stonden een paar bomen waar vanuit we werkelijk een prachtig uitzicht hadden over de valleien daaronder. Ik stemde dan maar in met daarnaartoe te gaan om even een korte rust te houden.

20190601_160439_HDR.jpg

We nestelden ons daar op de top met een hapje en een drankje, en gingen er eens comfortabel bij liggen. Iedereen was moe, er werd weinig gesproken, en zo kwam het dat sommigen van ons misschien heel even een kort hazenslaapje deden :fluit:. Afijn, toen we weer verder gingen was het bijna 3 kwartier later, maar was ik wel enigszins opgekikkerd. Sowieso was van het vanaf hier alleen nog maar heuvel af, en het terrein was een stuk begaanbaarder op de top. Na een kilometer of anderhalf kwamen we weer terug bij het beboste gebied, en hielden we onze ogen open voor geschikte kampeerplekken. Inmiddels wisten we dat de kwaliteit van de slaap vooral wordt bepaald door hoe recht, vlak en droog je bivakzak kan liggen, en helaas vonden we in eerste instantie geen geschikte plekken: veel schuin, veel hobbels, en daar waar het vlak was leek de grond wel een moeras. We besloten toen maar weer eens op de kaart te gaan kijken om terug te keren naar het pad via welke we gekomen waren, omdat we dan in ieder geval ons wat sneller zouden kunnen verplaatsen en daardoor meer grond konden verkennen voor een potentieel kampje.

We vonden het pad binnen 10 minuutjes terug, en kwamen toen vrijwel direct tot een fantastische ontdekking: precies op het punt waar wij de bush uit kwamen strompelen, mondde dat pad uit bij een prachtig vlak graslandje langs een rivier… Kon het waar zijn? Terwijl we net nog zo wanhopig waren geweest of we überhaupt op tijd iets geschikts zouden vinden, waren we puur toevallig aangekomen op deze bijna perfecte kampplek! Als we religieus waren geweest zouden we misschien zelfs iets erachter hebben gezocht, zo perfect was deze plek. Het heerlijk rechte vlakke graslandje met een paar bomen daaromheen, en een prachtig brede halfdroge rivierbedding waar we mooi een vuurtje konden maken en daaromheen konden zitten op de keien die al klaar lagen. Tegen 7 uur deden we eindelijk voor de laatste keer die dag de rugzakken af.

Kamp en slaapplaats waren vlot genoeg gemaakt, maar het volgende gedeelte kostte aanzienlijk tijd. Vuurplaats inrichten, hout vinden en verwerken dat droog genoeg was, vuur maken (in aanhoudende regen!) en uiteindelijk toch op dat vuurtje een prakje koken kostte zo goed als de rest van de avond. Om over de voortdurende aanvallen van die klotemidges nog maar te zwijgen. We hadden nog net een beetje tijd over zodat ik een instructie kon geven in mes slijpen met de Fällkniven DC4-slijpsteen (was nodig ook, ik had daar zitten batonneren op een stenen ondergrond en had flinke bramen te pakken :eek:) en we sloten de avond af met een kleine drumsessie op hout, stenen en potten en pannen. Toen het tegen elven weer harder begon te regenen hielden we het voor gezien, alleen Klaas bleef nog even achter om het vuur tot het einde te managen.

20190601_211233_HDR (1).jpg

Toen ik nog voor een laatste toilet even een stukje wegliep van het kamp richting het pad, zag ik plotseling een hertachtig dier wegspringen op een paar tiental meter afstand. En terwijl ik stond na te genieten van die kortstondige ontmoeting, zag ik ineens ook van rechts een das aan komen lopen, zomaar over het pad recht op mij af. Het leek alsof hij mij niet opmerkte, en pas op minder dan 5 meter afstand boog hij van het pad af om in de bosjes te verdwijnen. Wat een prachtige cadeautjes zo nog net even voor het slapengaan, en wat was ik blij dat ik deze hoofdlamp had met de 1 lumen rood licht optie (zie link). :thumbsup:

...wordt vervolgd...
 
ZONDAG 2 JUNI

Zo’n onderbroken nacht als ik de eerste nacht had gehad, zo diep sliep ik nu door. Ik werd pas rond half 8 voor het eerst wakker (volgens mij doordat Klaas er toen uit ging), en aangezien het toen aan het regenen was en bovendien onder onze tarp ook weer gonsde van de midges die aan het schuilen waren, draaide ik me lekker nog een keer om. Het was tenslotte vakantie :D. Pas bijna een uur later werd ik weer wakker. Toen ik richting de vuurplaats liep bij de river, en de andere jongens zag klooien met pogingen om (wederom) vuur te maken in de regen, was ik aan de ene kant blij dat ik een zakje met droge gekloofde starterhoutjes en nog een stuk van dat fatwood onder de tarp had bewaard, maar tevens sloeg ik mezelf voor de kop dat we niet wat droog geblakerd materiaal van het vuurtje van gisteren hadden veiliggesteld. Alles wat we de avond daarvoor verzameld hadden wat nog enigszins niet al te doorweekt was of zelfs bijna droog was geworden bij het vuur, lag daar nu totaal doorweekt :(.

Alhoewel ik zelf een paar Esbitblokjes bij me had, was dat niet genoeg voor ons allemaal (ik had het wel vooraf aan hen allemaal aangeboden om er ook een paar mee te pakken, maar ze hadden allemaal gezegd dat ze dat niet nodig vonden). Onder elke andere omstandigheid zou ik het vuurmaken met deze graad van natheid eigenlijk al opgegeven hebben voordat ik het ging proberen, maar aangezien dat zou betekenen dat de andere jongens allemaal koud moesten ontbijten en ze bovendien hoopvol naar mij opkeken als meest bushcrafterige van het hele stel, ging ik toch eerst maar aan de slag om te proberen er wat van te maken. Het plan bestond eruit om het kleine beetje droge spul en fatwood wat we hadden tot krullen te snijden, om dat dan te gebruiken om een klein vuurtje te starten wat dan hopelijk zou kunnen doorpakken op het nieuwe staand dood hout wat de anderen gingen sprokkelen.

Dus zo gezegd, zo gedaan. Klaas en ik gingen terug naar de droogte van de tarp om die houtjes in krullen te veranderen, wat we verzamelden in een ziploc zak. En terwijl we daarmee bezig waren, kwamen we op het idee om het met ziploc en al in de hens te steken, met als gedachte dat die plastic zak zou helpen om het spul droog en tevens enigszins compact te houden, en het brandend plastic bovendien wellicht zelf ook zou bijdragen aan de vuurkracht. Na een flinke tijd waren we klaar met heel veel krullen snijden en gingen we redelijk hoopvol terug naar de vuurplaats om dit idee aan de praktijk te toetsen.

Jan en Piet hadden wel prima stukken hout verzameld, maar deze waren nog niet gezaagd en gekloofd (zij hadden geen zaag mee en ook geen mes waarmee gebatonneerd kon worden!), dus we legden die ziploc nog even weg en gingen aan de slag om dat nieuw gesprokkelde hout te verwerken tot kansrijk vuurmateriaal. Ik had er zelfs aan gedacht om een paar feathersticks te maken, en bewaarde dat alles in een plastic zakje terwijl de regen gestaag op ons neer bleef dalen. Je zou denken dat we nu in goede positie waren om er een poging aan te wagen, na een kleine anderhalf uur aan voorbereiding, pfft o_O!

Ziploc met houtkrullen enigszins drooggeveegd, en de hens erin gestoken. Al vrij spoedig bleek dat we (ik) een kapitale inschattingsfout hadden gemaakt: in plaats van heftig branden, ging het plastic in plaats daarvan meer een beetje smeulen en smelten, doordat de (lichte) regen ondertussen bleef neerdalen en ook op het plastic van de ziploc een laag kleine druppeltjes vormde. Het gevolg hiervan was dat het plastic kromp en eigenlijk zich als een deken sloot rondom de krullen, die daardoor nauwelijks nog lucht kregen. Wat een drama :confused:! We zagen dit gebeuren en probeerde nog bij te sturen door met twee stokjes te boel een beetje open te peuren, maar toen realiseerde ik me de volgende kapitale fout: we hadden verzuimd om een degelijke ondergrond voor het vuurtje te maken (en dat had ik wel degelijk van tevoren moeten opmerken). We zagen de brandende krullen zo uit de kluwen vallen, tussen de vochtige koude rivierstenen waar ze bijna meteen weer uitgingen. In een poging om hier toch nog wat van te maken, zette ik de feathersticks in en maakte Klaas ondertussen een soort afdakje met een grote vuilniszak die hij over de driepoot spande. Dit leek de boel weer enigszins de goede kant op te sturen, we kregen zowaar iets wat leek op een klein vuurtje aan de gang.

Heel even kregen we de hoop dat dit het kantelpunt was, maar tot onze schrik zagen we toch dat het vuur niet doorpakte op het opvolgmateriaal. Toch net iets te vochtig geweest, of geworden tijdens de minuten in de miezer voordat we een afdakje hadden gemaakt. Als laatste wanhoopsdaad gingen we aan de gang met de blaaspijp, een beproefde methode om de hitte-intensiteit van een vuurtje flink op te voeren. En alhoewel dat principe ook hier prima werkte, had dit blazen ook een ongewenst neveneffect: doordat we geen goede bodem hadden onder het vuur, werden door dat blazen tegelijk ook kooltjes het vuur uitgeblazen, zo de koude stenen in daaronder. En nog een vijftal-minuutjes later moesten we helaas toegeven dat dit vuur nu toch echt niet meer levensvatbaar was. Dus, uiteindelijk zo’n twee uur besteed aan precies nul resultaat. En toch was ik blij dat we deze poging gedaan hadden; al was het maar vanwege de vele leermomentjes die ik hier nu weer met jullie kan delen :fluit:.

Uiteindelijk ging ik dus terug naar de tarp om een Esbit-ontbijtje te maken op mijn hobostoofje, terwijl de anderen hun ontbijt koud nuttigden en de koffie oversloegen. En dat was dan weer vooral een leermomentje voor hen, over de voorzienigheid van vooraf ingepakte uitrusting ;).

20190602_110301_HDR.jpg

Tegen de tijd dat we de boel afgebroken, ingepakt en opgeruimd hadden, was het al bijna 12 uur. We hadden ons vooraf voorgenomen dat we vandaag zouden proberen een vis te vangen, dus we gingen op weg in de richting van het meer. Hemelsbreed waren we er niet meer dan 4 kilometer vandaan, dus hoe moeilijk kon het zijn? Alleen waren we gelukkig inmiddels ietsje wijzer geworden dan dat: we wisten ondertussen namelijk precies hoe snel je niet kon lopen over oneffen, beboste hellingen. En wat nu volgde was gemakkelijk de beste beslissing van het hele weekend (afgezien van die whiskey kopenv:cool:): in plaats van rechtstreeks naar het meer te gaan banjeren en daarna nog ruim 5 kilometer wildernis tussen ons en de locatie van de auto te hebben, gingen we eerst een heel stuk terug over het pad, totdat we nog maar een dikke 2 kilometer tussen ons en de auto in hadden. Want de volgende ochtend zouden we daar rond 10 uur weer terug moeten zijn om op tijd te vertrekken richting het vliegveld.

20190602_115440_HDR.jpg
Zo lieten we de vuurplaats achter

Voor de derde en laatste keer dat weekend kwamen we langs de pony trekking, en wederom was er geen mens te bekennen, alleen een paar grazende ponies en schapen. We liepen verder over dat weggetje richting de parkeerplaats, en dat was voor het eerst sinds vrijdagavond dat we weer mensen tegenkwamen in de vorm van 2 passerende auto’s. Om deze overweldigende verkeersdrukte te mijden, doken we maar snel weer noordwaarts off-trail het struikgewas in.

In eerste instantie was ik op de voorhoede, en kozen we een verstandige licht glooiende route de berghelling op. Mijn plan was om een grotendeels omtrekkende beweging te maken om deze aanzienlijke heuvel heen, zoveel mogelijk gebruikmakend van de hoogtelijnen en open plekken in de vegetatie. Maar, al na een kwartiertje was mijn gezag over de route ver te zoeken. Ik was namelijk begonnen met slalommen tegen de helling op, om een plek met dichte begroeiing te vermijden en tevens te zorgen dat de stijghoek niet te groot werd. Alhoewel ik door jarenlange bergwandelervaring al wist dat dit een verstandige aanpak was (en bovendien de route daar eigenlijk niet langer van wordt ook al lijkt dat wel zo), wilden Jan, Piet en Klaas niet meer volgen, maar in plaats daarvan in een rechte lijn doorsteken dwars door die meer dan manshoge vegetatie heen :confused:. Ik verklaarde ze voor gek en weigerde daaraan mee te doen, dus we spraken een goed herkenningspunt af een stukje verder in de verte waar we weer samen zouden komen, en gingen elk ons weegs.

20190602_141342_HDR.jpg

Toen ik de bovenkant van die vegetatie bereikte, ging ik toch maar even op ze wachten. En toen bleek dat een stukje waar ik 5 minuten over had gedaan, voor hen ongeveer 10 minuten duurde. Gezamenlijk trokken we weer verder, en aangezien we net een mooie aardgeul aantroffen gingen we die volgen, bijna precies parallel aan de hoogtelijnen. In de 5 minuten die daarop volgden legden we evenveel afstand af als in de 13 minuten daarvoor (nogmaals tijden en afstanden zijn allemaal achteraf gereconstrueerd met de GPS-tracking) en alhoewel de anderen ook merkten dat we nu een heel ander tempo liepen, werden ze toch weer ongedurig en wilden stijgen, stijgen, stijgen tegen die heuvel op. Vanzelfsprekend gaf ik hier mijn mening over, maar ik volgde ditmaal toch omdat het mij persoonlijk eigenlijk niet zoveel kon schelen of we dat meer ooit gingen bereiken - als vegetariër was ik sowieso niet zo heel geïnteresseerd in het vissen :rolleyes:.

...wordt vervolgd...
 
Ik zou nog best meer kunnen schrijven over leiderschapstwisten, navigatie- en routebeslissingen en dergelijke, maar het begint een beetje lang en saai te worden. Misschien dat ik die nog eens zal uitwerken voor mijn memoires ofzo :lips:. Even samenvattend; na nog heel wat gedoe bereikten we eindelijk de top van een heuvel, van waaruit we eindelijk zicht hadden op een meer… alleen, niet het goede meer van meerdere kilometers lang, maar een piepklein meertje van nog geen 100 meter lang. Inmiddels was het ruim kwart over twee geweest, en waren we moe en hongerig genoeg voor een flinke pauze. Wederom moesten we inzien dat afstanden door de wildernis heel iets anders waren dan afstanden over de weg. Op de kaart zagen we dat we hemelsbreed nu minder dan 2 kilometer van het grote meer af waren, maar we realiseerden ons ook dat dat betekende dat we daar nog zo’n 2 uur van verwijderd waren, om nog maar te zwijgen van de 4-5 kilometer hemelsbreed die we dan van de auto vandaan zouden zijn…

20190602_142214_HDR.jpg
Lunch with a view

Dus stelden we de plannen bij. Aangezien wij eigenlijk allemaal flink aangedaan waren van de 18 loodzware kilometers van de dag daarvoor, besloten we om maar gewoon de kortste weg richting de auto te volgen. Het idee was dat we dan redelijk op tijd kamp konden maken op niet al te ver van de auto, zodat we ons de volgende ochtend ook niet heel erg hoefden te haasten.

Het was al kwart voor 3 geweest toen we weer verder gingen. Nadat we een nabijzijnde kam gerond hadden, zagen we ons voor een fikse afdaling over een zeer beboste helling, die uiteindelijk uitkwam bij een klein stroompje. Hier maakten we dankbaar gebruik van om onze watervoorraden weer aan te vullen, dit was zo helder en puur dat ik dit water gewoon ongefilterd dronk. We overlegden wat over de route, en aangezien we allemaal geen zin hadden om weer bij een vergelijkbare helling omhoog te klauteren, besloten we om dan maar het riviertje te gaan volgen, wat er toch eigenlijk best wel begaanbaar uitzag. :)

20190602_152459_HDR.jpg

En inderdaad, in het begin was het best begaanbaar. Maar sluipenderwijs werd het steeds een beetje moeilijker. De steile kloof waar het stroompje doorheen liep begon steeds meer op een ravijn te lijken, met afwisselend links en dan weer rechts gewoon bijna loodrechte rotswanden. We maakten daar verder niet zo’n probleem van, de rivier lag vol met rotsen en we stapten gemakkelijk naar de andere kant om daar verder te gaan. En nog een keer, en nog een keer, en nog een keer… Maar geleidelijk aan begon de bewegingsruimte steeds krapper te worden. Meer en meer omgevallen bomen waar overheen of onderdoor geklommen moest worden, en ondertussen werd het stroompje eigenlijk ook steeds breder en dieper. Wat in eerste instantie een redelijk begaanbare route richting leek te zijn, begon steeds meer te veranderen in onze zwaarste beproeving tot nu toe. Na zo’n 20 keer oversteken had iedereen behalve ik inmiddels ook 1 of meerdere kletspoten gehaald. Ik was hier duidelijk in het voordeel met mijn lange stelten; ik kon stapjes halen die voor de anderen onmogelijk waren. Maar ondanks dat alles was ons oordeel over deze routekeuze wel unaniem: wat was dit ongelofelijk gaaf om te doen! :thumbsup:

En nog steeds werd de route uitdagender naarmate we verder gingen, steeds grotere hoogteverschillen, steeds meer bochten waar we niet doorheen konden kijken of het wel begaanbaar was daar, steeds breder en sneller stromend riviertje. Soms moesten we een stuk terug als we erachter kwamen dat we echt niet langs de oever verder konden, om dan een stukje stroomopwaarts toch weer een oversteek te spotten naar de andere kant. Soms was het aan beide zijden zo steil dat we geen keus hadden dan om daaroverheen te gaan. Als ware berggeiten liepen we over richeltjes van nog geen 10 cm breed, en hingen we zowat aan de beplanting om grip te vinden op bijna loodrechte modderige hellingen. Goed bekeken was het eigenlijk gekkenwerk, als ons hier iets zou overkomen zou het uren duren voordat er hulp zou kunnen komen. Maar goed, ons beoordelingsvermogen was enigszins vertroebeld door de vlaag van adrenaline waar we allemaal in verkeerden, en wij waanden ons schier onoverwinnelijke pioniers die geen andere keuze hadden dan door te ploeteren.

20190602_155810_HDR (1).jpg

Maar de vermoeidheid zat ook goed in de benen. Verschillende van ons hadden lelijke misstappen of gleden weg :eek:. Door het zware terrein en het feit dat we extreem voorzichtig moesten bewegen, deden we over de eerste kilometer hemelsbreed bijna 2 uur om die af te leggen. En toch, zelfs toen de kloof dusdanig vernauwde dat we alleen nog door de rivier heen verder konden, bleven we stug doorgaan met klauteren over de gevallen bomen en rotsblokken.

Totdat… we een toch wel enigszins bekend geruis begonnen te horen. We kropen en waadden nog wat verder, en het geluid werd nu toch redelijk onmiskenbaar. En nog een klein stukje verderop zagen we de bevestiging van wat onze oren al wisten: ons riviertje was daar geen riviertje meer, maar een woest kolkende waterval. Als we hier verder zouden gaan, zou dat geen avontuur meer genoemd kunnen worden, maar alleen nog doodsverachting. We kozen eieren voor ons geld en keerden weer om totdat we een stuk terug een helling vonden waar misschien wel enigszins tegenop te klauteren was.

Met handen en voeten en tanden kropen we omhoog op een stuk helling waar we vanmorgen nog gillend voor zouden zijn weggerend :fluit:, maar na een minuutje klauteren vlakte dat mooi af en bleek eigenlijk dat daarboven gewoon een soort glooiend boslandschap was, waar eigenlijk prima doorheen te wandelen was. Tijdens dat klauteren merkte ik wel dat ik mijn duim ergens zeer lelijk verdraaid had, en in de korte tijd die daarop volgde werd dat gevoel snel erger :confused:.

We liepen verder over die bosheuvel, en na een tijdje kregen we zicht op de waterval die we niet hadden gekozen te volgen. Vanaf deze locatie was goed te zien dat dat volledig terecht was geweest. We hadden thuis allemaal vrouw en kind(eren) die rekenden op onze voorspoedige terugkeer. Omdat ik net op dat moment dus aan ze dacht, wilde ik meteen even een routinematig “alles goed met ons” berichtje aan het thuisfront sturen via de satellietcommunicatie. En toen kregen we meteen de volgende schok: dat apparaatje zat niet meer op zijn plaats op de schouderband van mijn rugzak. Ik controleerde nog heel even voor de zekerheid mijn broekzakken, maar eigenlijk wist ik het meteen al: die is er dus vanaf gevallen ergens :eek:.

Ongelooflijke shitzooi! Niet alleen omdat dat een apparaatje was van meer dan 3 meier, maar vooral ook omdat het thuisfront daarmee onze bewegingen volgde, en dat bovendien nog steeds de enige manier was om (nood)berichten te versturen in dit telefoondekkingloze landschap. Als dat apparaatje daar zou blijven liggen zonder dat wij verder nog berichtjes stuurden, zouden de meekijkende dames en ouders thuis zeker denken dat er iets vreselijks was gebeurd :(. Zonder verder aarzelen besloot ik dat ik tenminste een ernstige poging moest doen om het ding terug te vinden. En dit was het moment dat Jan aankondigde dat hij enorm last had van zijn voet, en eigenlijk niet nog weer terug wilde lopen voor wie weet hoe lang. Dus we gingen splitsen. Piet bleef bij zijn broer (oh, had ik dat nog niet verteld?) en Klaas ging met mij mee op deze hopeloze missie. Om te zorgen dat we niet ook elkaar nog eens kwijt zouden raken, markeerde ik hun positie met mijn GPS-horloge (ja, we waren écht heel goed uitgerust) en spraken we af dat we uiterlijk na een half uur terug zouden komen. Onze rugzakken lieten we bij de achterblijvers.

Ik wist dat het ding niet al te ver weg kon zijn, omdat ik de hele tijd door namelijk vrij regelmatig een zelf-check uitvoerde of ik alle losse dingen nog had, dus ik wist vrij precies wanneer ik het in ieder geval nog bij me had gehad. Ik had mijn zinnen gezet op een bijzonder dikke boom die we twee keer hadden moeten nemen in dat stuk richting de waterval, waar we maar net onderdoor hadden gepast, en die ikzelf ruggelings genomen had, met de rugzak door de drek en mijn torso dus tegen die stam. Ik kom voor mijn geestesoog gewoon bijna precies zien hoe dat apparaat achter een of ander uitstekende dode tak was blijven hangen terwijl wij aan het tijgeren waren. We volgden ons eigen spoor terug en vonden al snel de helling waarlangs we een kwartier eerder omhoog geklauterd waren. De boom waar ik het over had was vrij dicht bij die helling, en ik was dan ook flink teleurgesteld dat ik niet meteen dat knaloranje satellietapparaat daar zag liggen. We keken nog even wat rond in de buurt, maar hij was daar echt niet. Ik had echt geen idee waar het anders gebeurd zou kunnen zijn (eigenlijk zou het juist overal geweest kunnen zijn), en ik had al helemaal geen zin om met mijn gekwetste duim die kruipdoor-sluipdoor richting de waterval nogmaals te doen. En toch leek het alsof er niet echt veel anders op zat. Dus, ik onder die boom door (stuk makkelijker zonder rugzak) en terwijl ik dat doe zie ik ergens in mijn ooghoek heel vaag een klein zwak oranje glimmertje. Heel even dacht ik dat ik ijlde, want toen ik aan de andere kant was, zag ik het niet meer. Dus ik nog een keer terug eronder, en toen zag ik het toch duidelijk: daar, onder het wateroppervlak van de rivier die we meer dan vijftig keer waren overgestoken, in de schaduw tussen de keien lag iets oranjes :thumbsup:! Hoe onwaarschijnlijk dat ik dat überhaupt gezien had! Hoe onwaarschijnlijk dat we het al zo snel teruggevonden hadden! En wat was ik blij dat we niet de zwarte variant hadden maar de fel oranje! Ik kon mijn geluk echt niet op. De kans dat we dit gewoon gepasseerd waren zonder het ooit gezien te hebben was echt heel groot, en toch zat ik daar, met het bewuste apparaatje triomfantelijk omhoog. En ongeveer een kwartier na vertrek waren we weer terug bij Jan en Piet, en gingen we weer verder alsof er niets gebeurd was :fluit:.

20190602_180936_HDR - Anon.jpg

...wordt vervolgd...
 
We liepen verder door dit glooiende bosje, en na een tijdje liepen we weer langs ons riviertje dat nu genoeg ruimte had om lekker breed en ondiep te stromen. Maar, niet ver daarna zagen we het pad wederom geblokkeerd door een hek, dat hier zelfs ook over de rivier gespand was, en flink voorzien van prikkeldraad op de bovenkant. Duidelijk bedoeld om te zorgen dat er niemand het gebied inging waar wij de afgelopen uren doorheen hadden getrokken. Dat wisten wij doordat er helemaal aan het begin van deze rivieruitdaging ook een hek was geweest, waar alleen geen metaaldraden meer in hadden gezeten, dus wij hadden ons er weinig van aangetrokken. Maar, aan de andere kant van dit toch zeer aanzienlijke hek begon de bewoonde wereld waar wij naar onderweg waren: de rivier waar alle water uit deze vallei samenkwam, met daarachter de weg en de parkeerplaats met onze auto. Het was inmiddels half zeven, we hadden al 3 uur geploeterd sinds we dat stroompje gingen volgen, meerderen van ons waren geblesseerd, we wilden gewoon dat het voorbij was. We waren hemelsbreed nu misschien nog maar 250 meter van ons einddoel verwijderd, en tegelijkertijd toch weer zo ver weg. Hoe frustrerend o_O!

Ik zat heel even te denken aan de draadknipper op mijn multitool, maar toen viel mijn oog op een situatie een eindje verderop. Zag ik het goed dat daar een volledige boom over het hek heen gevallen was? Dat was dan toch weer een leuke meevaller. Eén hachelijke klimpartij later (pas op takken en prikkeldraad!) stonden we dan toch aan de andere kant van het hek.

Weer een stukje verderop was er nóg een hek, maar die was gelukkig slechts in aanbouw en lag nog in rollen op de grond. Eindelijk hadden we nu een onbelemmerd uitzicht op de laatste hindernis van die dag: het oversteken van de rivier Abhain Deabhag. En juist op het punt waar wij uit waren gekomen was deze fordable (oversteekbaar), wat was nog eens werd bevestigd door drie tienermeisjes die daar op blote voeten in de rivier aan het spelen waren, het water kwam misschien tot net boven de knieën. Aangezien wij allemaal al volledig doorweekt waren door de afgelopen episode langs die zijrivier, gingen wij gewoon met schoenen en broek en al die rivier door. Ik was als laatste te water, en bij één van de eerste stappen verloor ik mijn balans en viel ik zo achterover op mijn achterwerk. Tot mijn middel volledig onder water, inclusief de onderkant van mijn rugzak, telefoon in mijn broekzak, etc. Was ik even blij dat al mijn spullen hiertegen konden :D.

Eenmaal aan de overkant van de rivier maakten we een kort praatje met de vermoedelijke ouders van de meisjes, die we eigenlijk bijna niet konden verstaan vanwege het zeer aanwezige Schotse accent. Ondertussen voelde ik aan mijn broek en schoenen dat er toch eigenlijk wel verschillende gradaties van nat waren, en dat ik nu toch een paar gradaties natter was dan voor deze oversteek. We namen daarom even een momentje om de schoenen leeg te gooien, en de sokken en de broek uit te knijpen. Niet dat veel verschil maakte, maar toch.

Toen we bekomen waren van hoe nat dit eigenlijk geweest was, en het gezinnetje inmiddels afscheid had genomen, zagen we om ons heen dat we toch wederom weer op een bijna-perfecte kampeerplaats waren aangekomen. Er was zelfs een duidelijk aanwezige vuurplaats. En genoeg geschikte ondergrond om slaapplekken te maken. Echter, het aantal bomen daaromheen was juist weer beperkt, waardoor Jan vroeg of hij een plekje kon krijgen onder de tarp bij Klaas en mij. We schikten de boel wat in zodat we daar met z’n drieën onder pasten :cool:.

Nu dat we eindelijk uit de gevarenzone waren, merkte Piet ineens dat hij toch wel heel erg veel last had van zijn voet. Ik moet zeggen dat ik één van zijn vallen had zien gebeuren, en ik zou niet verbaasd zijn geweest als hij op dat moment een gebroken been zou hebben gehad. Maar, in de adrenaline van het moment waren we toch steeds maar dóór, dóórgegaan.

Ondertussen was het ook opnieuw begonnen te regenen, maar wij waren vastbesloten dat we een warme hap zouden eten vanavond, en gewapend met de ervaring van vanmorgen gingen we aan de slag om desondanks toch te proberen een vuur te maken. Nu dat iedereen wist hoe het zou kunnen lukken, deelden we de taken bijna als vanzelf met het hele team. Sprokkelen, splitten, krullen, ondergrondje, afdakje en alle voorbereidingen, en een dik uur later waren we klaar om de boel aan te steken. Voor de gelegenheid haalde ik twee tampons tevoorschijn, die ook flink gedrenkt werden in handenreiniger. En jawel hoor, nog een paar minuten later zaten we rondom een aanzienlijk knapperend vuurtje, en gingen we ons avondmaal bereiden. :thumbsup:

20190602_220247_HDR.jpg

Om een uur of tien zaten we eindelijk pas aan de warme hap, terug te blikken op de ongelooflijk intensieve dag. Schoenen en sokken hingen rondom het vuur, in de hoop om deze nog iets te kunnen drogen. Zodra we de prak op hadden, ging Piet z’n bivak opzoeken, hij kon ondertussen nauwelijks nog lopen. Na nog een paar slokken whiskey en het bijvullen van mijn waterflessen hield ik het ook voor gezien. Het was een verademing om eindelijk alle natte zooi uit te kunnen trekken, en mij te nestelen in mijn droge slaapzak met mijn lekkere warme pyjama. En terwijl ik daar zo lag, luisterde ik naar het vredige druppen van de regen, en was ik al snel naar dromenland vertrokken.
:SC:


MAANDAG 3 JUNI

Zoals afgesproken ging om 7 uur precies mijn wekker. Fris, monter en opgewekt wilde ik aan de dag beginnen, maar zodra ik mijn bivak uit kroop kreeg ik een aardige schok te verduren: mijn grondzeiltje was gedurende de nacht in een kleine vijver veranderd, en al mijn spullen waren volledig doorweekt :eek:! Liters en liters water hadden zich daar verzameld, alles was totaal volgezogen, inclusief mijn kleding die ik op mijn rugzak had gelegd. Nog een extra verrassing was dat ook mijn slaapzak behoorlijk nat was ter hoogte van de linkerschouder; gedurende de nacht had ik de klep van mijn bivakzak open gehouden in de veronderstelling dat ik goed en wel onder de tarp lag, maar kennelijk was er tussen het klaarleggen van mijn slaapplaats en het in slaap vallen wel het een en ander verschoven :mad:. Nu dacht ik toch dat ik al heel wat te verduren had gehad dit weekend, maar dit was toch wel het absolute dieptepunt. Ik had nu alleen nog 1 droog hemd en 1 paar droge sokken die in de drybag gebleven waren. Die trok ik dan maar aan, daarna mijn enigszins droog gebleven pyjamashirt en de redelijk natte broek, en toen boterhamzakjes om de sokken heen voordat ik de kletsnatte schoenen weer aantrok. Mijn humeur was redelijk in mineur terwijl ik mijn doorweekte zooi begon veilig te stellen, maar tegelijkertijd zag ik ook de ‘sitcom’-humor factor hier wel van in. Bovendien was dit toch wel de beste ochtend om alle zooi kleddernat te hebben: over een paar uurtjes van nu zou ik toch lachend in het vliegtuig zitten onderweg terug naar huis.

Omdat het inmiddels niet meer regende, hing ik zoveel mogelijk zaken te drogen over de tarplijn, en daarna ging ik verzamelen bij de centrale vuurplaats. Klaas was op dat moment even een bad gaan nemen in de rivier, ik hield het zelf maar bij een flinke plens water in mijn gezicht. Jan en Piet waren alweer flink voor de wekker, hadden zelfs hun tas al grotendeels ingepakt en zaten nu koud te ontbijten. Ik ging toch gewoon rustig een ontbijt maken met mijn Esbit-stoofje, en omdat dit de laatste maaltijd zou zijn in dit natte, koude, regenachtige, woeste, onherbergzame, van insecten wemelende, maar tegelijkertijd prachtige land, bood ik de andere jongens ook een beetje heet water aan, ik had nog genoeg brandstof voor anderhalf liter water. Maar, juist terwijl we daarmee bezig waren, begon het opnieuw te regenen. Ik weet eigenlijk niet precies waarom ik überhaupt nog opsprong om mijn spullen uit de regen te gaan redden, het zal wel een soort survivalinstinct geweest zijn :rolleyes:.

Jan en Piet vertrokken uiteindelijk alvast richting de auto omdat ze verwachtten dat ze vrij langzaam zouden lopen, en ze zich bovendien nog zouden gaan omkleden daar. Klaas en ik gingen ondertussen verder met inpakken, en een klein half uurtje later waren wij ook klaar om het pad naar de auto te gaan volgen. Onderweg naar de auto kwamen we langs een spectaculair uitzichtpunt, met prachtig uitzicht vanaf zo’n 50 meter boven een vallei waar drie machtige watervallen samenkwamen. Al snel realiseerden we ons dat dit juist de Plodda Falls waren waarvoor de parkeerplaats was aangelegd, op de eerste dag waren we gewoon niet ver genoeg doorgelopen om dit spektakel te zien. Ik was wel blij dat we niet hier langs of door een rivier heen moesten, wat een natuurgeweld! :thumbsup:

20190603_093552_HDR (1).jpg

Rond kwart voor 10 waren we bij de auto, ruim een uur voor op schema om het vliegtuig te halen. Ik kleedde me voor de laatste keer om, gebruikte een flinke hoeveelheid deo en stopte de juiste dingen in mijn ruim- dan wel handbagage. Ik was flink jaloers op de andere jongens die eraan gedacht hadden om bijna een volledige set schone kleding in de auto te hebben liggen, Jan zelfs inclusief gemakkelijke schoenen. Ik had wel een schoon shirt, maar mijn broek en schoenen van de afgelopen drie dagen kon ik mooi aanhouden.

En toen was het echt tijd geworden om dit prachtige gebied te verlaten. Wat een prachtige en intensieve dagen hadden we hier beleefd! Nagenietend en nu al weemoedig naar wat we achterlieten, reden we terug naar Inverness. Nu was het alleen nog een kwestie van auto inleveren, inchecken, even een snelle lunch op het vliegveld en toen weer onderweg naar Schiphol. Tijdens de vlucht maakte ik vast een puntsgewijs verslag van de belevenissen, zodat ik niets zou vergeten bij het schrijven van wat jullie net gelezen hebben.

20190603_104906_HDR.jpg
Op de terugweg nog even een paar minuten wegmijmeren bij Loch Ness

En ondertussen was het in Nederland dus de hele tijd prachtig stralend weer geweest. Toen ik in de vroege avond weer thuis kwam, ging ik direct mijn spullen uitpakken en in de tuin te drogen hangen. Binnen een half uur was bijna alles weer kurkdroog, alleen de slaapzak heb ik nog een uurtje langer laten hangen, en de schoenen waren na 4 dagen nog steeds niet helemaal droog. Bij de tekencheck onder de douche bleek ik er helemaal geen één te hebben, terwijl de andere reisgenoten er allemaal meerdere aantroffen. Wel een paar duizend midge-beten, en die jeukten bijna een week later nog na :confused:.

Dit avontuur was alles wat ik ervan had verwacht, en meer. Supermooie landschappen, en superleuke groep mensen. Ik hoop dat jullie ervan genoten hebben om dit een beetje met mij mee te beleven, ik heb het in ieder geval zeer graag neergeschreven. Ik kijk uit naar jullie reacties en vragen!

:thnx:

Met beste groet,
DBB
 
Nu dat dit verhaal af is, even een klein tag-bommetje af laten gaan waar alle mensen in zitten die op mijn eerdere kamperavonturen hebben gereageerd. Let wel, ik heb ruim 40 uur aan dit verslag gewerkt, dus ik wil graag op elk deel een like, en ook graag reacties! :D

@Changing the Mindset, @Floesh, @Marcov, @AWOL, @Tanfana, @zonnebrood, @Erny, @martin, @easy, @Lai, @PBear, @ReadyMom, @CrossbowClan, @Sun Beh Nim, @petroman, @Larik, @frans81, @Niels, @Rataplan, @DO-it, @Robert, @Jasje, @Harry Nack, @Pignonwiel, @Floshtf, @Highway, @Niels, @Ray, @Laaglander, @walkabout, @neoclyps, @Roel, @Flos, @Candyman
 
Ik ga het verslag niet lezen te lang. Ik kan net zo goed een boek lezen wat ik ook nog nooit heb gedaan.
Dat je in Schotland een mooie tijd hebt gehad staat als een paal boven water.
Maar dan nog moet ik het niet leuk gaan vinden op commando.
 
Nu dat dit verhaal af is, even een klein tag-bommetje af laten gaan waar alle mensen in zitten die op mijn eerdere kamperavonturen hebben gereageerd. Let wel, ik heb ruim 40 uur aan dit verslag gewerkt, dus ik wil graag op elk deel een like, en ook graag reacties! :D

@Changing the Mindset, @Floesh, @Marcov, @AWOL, @Tanfana, @zonnebrood, @Erny, @martin, @easy, @Lai, @PBear, @ReadyMom, @CrossbowClan, @Sun Beh Nim, @petroman, @Larik, @frans81, @Niels, @Rataplan, @DO-it, @Robert, @Jasje, @Harry Nack, @Pignonwiel, @Floshtf, @Highway, @Niels, @Ray, @Laaglander, @walkabout, @neoclyps, @Roel, @Flos, @Candyman

Aha , De Ledenlijst :rolleyes: , een voorproefje maar ik neem aan dat die ook nog voltallig wordt getoond :D
 
Zogauw de computer klaar is dan lees ik dat mooie verslag even via 10x zo'n groot scherm .

Mijn Note 9 is een grote Smartphone , maar toch teveel scrollen pff

Ik ben al besmet door in den beginne :rolleyes:
 
Wat een mega tocht! Hoe is het met de voet van Paul (of was het Piet) afgelopen? Tja en dan die tampons, wat is de reden dat je die niet eerder hebt gebruikt (de dag ervoor?)

Volgens mij ben je klaar voor de Fjialraven tocht! Of een nieuw avontuur?! Ik hoop er nog veel van te lezen (zo’n held ben ik zelf nl niet:fluit:)
 
Terug
Bovenaan