Kampvuur aansteken
Branddriehoek
Om een vuurtje te kunnen maken heb je drie belangrijke dingen nodig:
- Zuurstof
- Brandstof
- Ontbrandingstemperatuur
De zuurstof en de brandstof zijn het voedsel van het vuur en de ontbrandingstemperatuur is de warmte die nodig is om een brandstof te laten branden. Deze drie dingen samen worden ook wel de "branddriehoek" genoemd en zijn belangrijk als je een vuurtje wilt maken.
Vuur opbouwen
Voordat je een vuur gaat opbouwen zoek je een veilige plaats voor het vuur uit. Zorg er voor dat:
- De grond in een straal van 1 meter om het vuur brandvrij is (ook als je in een stookton een vuur maakt).
- Je niet in de buurt van (licht) ontvlambare zaken stookt zoals b.v. een berg hooi, een tent, overhangende takken e.d.
- Je altijd blusmaterialen bij de hand hebt. Water en zand kunnen hier allebei goed voor gebruikt worden.
Vervolgens verzamel je verschillende soorten brandstof die droog genoeg zijn om het vuur aan te maken.
Tondel
Leg in het midden van je vuur een bedje van tondel neer. Een tondel is licht ontvlambaar materiaal dat snel brandt. De witte watten die in iedere EHBO trommel zitten kunnen heel goed als tondel gebruikt worden, maar ook in de natuur kun je stoffen vinden die goed als tondel te gebruiken zijn zoals b.v. verpulverde dennenappels, droge houtkrullen, donsveertjes uit een vogelnest enzovoort In plaats van een tondel kun je ook gebruik maken van (zelfgemaakte) aanmaakblokjes of van proppen papier. Bij erg slecht weer, nat hout, kun je ook een kaars of waxinelichtje gebruiken. Neem altijd een beetje tondel van huis mee. je kan zelfs de pluisjes uit de wasdroger gebruiken. Verkoolt katoen ook wel Charcloth genoemd heeft maar een heel klein vonkje nodig en het gaat branden.
Aanmaakhout
Rondom het bed van tondel maak je een kleine piramide van aanmaakhout. Het aanmaakhout zijn kleine en dunne droge takken en twijgjes die snel vlam vatten. Laat aan de kant waar de wind vandaan komt een opening over om het vuur later aan te steken. Als je met een scherp mes inkepingen maakt in de kleine takken, zullen ze sneller vlam vatten (eventueel zou je tussen deze inkepingen ook nog stukjes tondel kunnen stoppen). Aanmaakhout met inkepingen worden ook wel aanmaakstokjes genoemd. Verzamel veel aanmaakhout, want dit verbrandt snel en je kunt er veel van nodig hebben.
Brandhout
Rondom de kleine piramide van aanmaakhout maak je een grotere piramide van brandhout. Het brandhout zijn grotere dikke takken die niet zo snel vlam vatten, maar wel lang branden als ze eenmaal branden. Laat ook hierbij in de richting van de wind een opening open.
Zorg ervoor dat je een grote hoeveelheid brandhout hebt liggen voor je vuur, want als een vuur eenmaal aan is, wil je dit graag aanhouden.
Aansteken van het vuur
Lucifer
De meest simpele manier om een vuur aan te maken is door gebruik te maken van een lucifer. Gebruik de lucifer om je bed van tondel op verschillende plaatsen aan te steken. Om te vermijden dat je lucifers nat worden, kun je de koppen van je lucifers in het gesmolten kaarsvet stoppen. Pas wel op dat je de kop niet beschadigt, op het moment dat de lucifer wilt gebruiken en je het kaarsvet eraf haalt.
Vuursteen / magnesiumstick
Ook zonder lucifers kun je een vuur aanmaken, door bijvoorbeeld gebruik te maken van een vuursteen of magnesiumstick. Als je met een staal hard tegen een vuursteen aan slaat of met een mes over een speciale magnesiumstick schraapt, zullen er hete vonken vanaf springen. Met deze hete vonken kun je een droge tondel aan steken.
Vuurboog
Vroeger had men nog geen lucifers of magnesiumsticks en moesten ze vuur maken met behulp van een vuurboog. Met behulp van een vuurboog wordt een hard houten (eik, essenhout of beuk) staaf rondgedraaid op een zacht houten (balsa, vurenhout of bamboe) stukje hout. Door de wrijving van de hard houten staaf maak je fijne (zachte) houtstof die zal gaan gloeien. Het gloeiende houtstof kun je gebruiken om een stukje tondel aan te steken. Deze brandende tondel kun je vervolgens weer gebruiken om je vuur aan te maken.
Vuur aan houden
Als het tondel eenmaal brandt, zal het aanmaakhout snel volgen, en dat zal vervolgens je stookhout weer laten branden. Als het tondel of de aanmaak alleen nog maar gloeit, kun je deze weer laten branden door zachtjes op de gloeiende stukjes te blazen (net alsof je aan het fluiten bent). Hierdoor geef je extra zuurstof aan het vuur waardoor het beter zal branden.
Als je vuur goed brandt, kun je er steeds dikkere takken en stammen brandhout op leggen. Let er wel op dat je er niet teveel hout op legt. Hierdoor kan er niet genoeg lucht bij het vuur komen waardoor het vuur verstikt. Denk hierbij dus weer even terug aan die branddriehoek die in de inleiding genoemd is!